Johannes 19,25: “Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder met haar zuster, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria uit Magdala.”
Ik heb mijn ogen nu gesloten,
Uw lijden is te groot voor mij.
Heer, U bent been van mijn gebeente.
Wanneer gaat dit mij voorbij?
Ik kan Uw dood niet langer aanzien,
de speerstoot dringt diep in mijn zij.
Heer, U bent been van mijn gebeente.
Wanneer gaat dit mij voorbij?
Ik draag Uw leven in mijn armen,
U hebt mij in Uw dood gekust.
Heer, U bent been van mijn gebeente.
Wanneer kom ik weer tot rust?
Ga terug naar het overzicht.