We horen het uit onverwachte hoek:
De HEER doet grote dingen bij ons.
Heidenen erkennen het volmondig:
dát verklaart hun ongeremde vreugde.
Dromen wij? Is de gevangenis geopend?
Zijn wij werkelijk terug in de bloeiende tuin?
Wij huilen nog dagelijks. Zo zijn we onderweg
naar de dag om te juichen, de grote oogst.
Hoe maakt U dát vruchtbaar, Majesteit?
Maak een einde aan onze gevangenschap,
zoals waterstromen het zuiden verlossen.
Iets groots. Daar hebben wij het over.