We kunnen er niet over zwijgen:
zij hebben mij dikwijls in het nauw gedreven
vanaf mijn jeugd aan.
Ik herhaal:
zij hebben mij dikwijls in het nauw gedreven
vanaf mijn jeugd aan.
Maar ook al hebben zij het grondig aangepakt,
het is hen niet gelukt mij eronder te krijgen!
En dat is maar aan één persoon te danken:
De HEER, die rechtvaardig is en sterker dan zij.
Ik wens nu nog maar één ding:
ieder die haat koestert tegen de HEER moet wég,
wég, achteruit. Te schande!
Als gras dat al verdroogd is voordat het bloeien kon:
geen maaier kan of wil er wat mee,
laat staan een schovenbinder. Zo zijn ze.
Niemand van hen heeft goede woorden
voor ons over. Geen zegen van de HEER.