1 Wij komen voor U waken.
Dit uur is zwart, de nacht
van zonde is scharlaken,
rood is wat U volbracht
voor ons.
2 Wij zullen U geloven
met heel ons hart, de nacht
van zonde haalt het boven:
de kreet van angst met kracht
tot U.
3 Wij bidden om genade.
Dit uur is hard, de nacht
van zonde, al het kwade
gaat boven onze macht.
Hoor ons.
4 Wilt U, Heer, met ons waken?
Al dringt de slaap, de nacht
zal lichten en wij raken
te meer U na. U wacht
tot straks.