1 De nacht van het verraad
brengt alles aan het licht.
Gehavend en gesmaad
verschijnt ons Gods gezicht.
De stilte roept het luid:
wie leverde Hem uit?
2 Zijn eigen Zoon klaagt: God,
waarom verlaat U Mij?
Bebloed, bespuwd, bespot,
vervloekt en vogelvrij,
tot op het bot geraakt,
sterft Jezus Christus naakt.
3 Beroofd van alle eer
ligt Hij daar aan de kant,
het lichaam van de Heer
gevallen uit Gods hand.
Wij wachten op de stem,
buiten Jeruzalem.
4 De aarde trilt en beeft,
de schepping zucht in nood.
Wie zegt het, dat Hij leeft?
Wij leven bij de dood
door zonde uitgebuit.
Kom, Heer, haal ons hieruit.