Als iemand het ‘verbond’ ter sprake brengt, ben ik direct geïnteresseerd. Het kan bijna niet anders gezien mijn gereformeerd-vrijgemaakte achtergrond. Het was een gewichtig theologisch concept in deze beperkte kerkelijke kring. Het kreeg ook een vrij specifieke lading, nogal op gedrag gericht. Hoe je moet leven met God in het verbond was samen te vatten als – sorry – ‘belofte, eis en dreiging’. Later heb ik leren zien hoe geweldig en hoe spannend het is als God zich aan mensen verbindt. Verbond is de basis voor bestaan.
De Joodse rabbijn Jonathan Sacks (* 1948) schuift het woord naar voren in het kader van zijn zorg voor het samenleven van mensen op een planeet in nood. Nationalisme, economische ongelijkheid, vluchtelingen, milieu maken samenleven ingewikkeld. Religies lijken eerder onderdeel van het probleem dan een bijdrage aan de oplossing. Sacks weigert echter te somberen: “Knowing what we do of our past, no Jew can be an optimist. But Jews have never – despite a history of sometimes awesome suffering – given up hope. Not by accident did they call the national anthem of their new state ‘Hatikvah’, meaning, hope.” (206).
Een verbond verschilt van een contract. Verbond is niet beperkt tot specifieke condities en omstandigheden. Het heeft een open einde en een lange duur. Verbond gaat over relaties. De partners erkennen van elkaar dat zij niet zonder elkaar kunnen. Dat geldt man en vrouw in het huwelijk, voor de leden van een samenleving, en ook voor God en mens: “God cannot redeem the world without human participation; humanity cannot redeem the world without recognition of the divine.” (203). Een verbond is ten principale pluralistisch. Je kunt verschillende soorten relaties onderhouden, geen daarvan is exclusief, aldus Sacks.
Verbondsrelaties hebben eigen waarden: liefde, trouw, verantwoordelijkheid, gezag, gehoorzaamheid, eerlijkheid en medelijden. Bij contracten gaat het om belangen, macht en de voordelige verdeling ervan. Families zijn er niet voor transacties van macht of welvaart, daar heb je het parlement of de beurs voor. In het verbond ga je uit van verschil en leer je de wederkerigheid beoefenen. Want dat is de menselijke waardigheid (13,47 en 82). Juist het Joodse volk heeft meegemaakt hoe die waardigheid geschonden is. Het leeft verspreid over de wereld. Joden weten als geen ander wat het is om als minderheid te leven. Juist daarom is het meer dan terecht dat rabbijn Sacks zich mengt in het debat over de toekomst van planeet aarde en de mensheid daarop.
Ik kan niet anders zeggen dan dat ik onder de indruk ben van zijn betoog. Hoe treffend weet hij concepten en passages uit de Hebreeuwse Bijbel in hun actualiteit te tonen. Eén van de meest indringende hoofdstukken is hoofdstuk 10: Conciliation: The Power of a Word to Change the World (177-191). Hij wijst op vergeving in de geschiedenis van Noach, Jozef, Mozes, de wet op het respect voor de Egyptenaar en de Grote Verzoendag. De grote greep van het Judaïsme hierbij is spreken over een persoonlijke God: “…that God is personal, that there is something at the heart of reality that responds to and affirms our existence as persons.” (180). Vergeven is een erkenning van het verleden met als doel dat het niet een schaduw werpt op de toekomst. Op haar best is vergeving als zij leidt tot een gezamenlijk rouwproces: van degene die schade heeft aangebracht en degene die schade heeft geleden. Dat is de weg naar een nieuw evenwicht in het heden en zijn verantwoordelijkheden (188).
Dialoog is de weg. Als verschil God-gewild is, als God en mensen van nature relationeel zijn, dan is gesprek de weg om geweld en onrecht te bestrijden. Sacks stelt het direct aan het begin van zijn boek: “The greatest single antidote to violence is conversation, speaking our fears, listening to the fears of others, and in that sharing of vulnerabilities discovering a genesis of hope. I have tried to bring a Jewish voice to what must surely become a global conversation for we all have a stake in the future, and our futures have become inexorably intertwined.” (2) Het gesprek is niet alleen maar debat, maar gedisciplineerde communicatie: mijn inzichten begrijpelijk maken voor iemand die ze niet deelt. En het is goed luisteren: de innerlijke wereld binnengaan van iemand wiens opvattingen tegengesteld zijn aan die van mijzelf (83).
Toen ik laatst Jezus’ parabel over zaaier nog eens las, viel me het slot op: “Het zaad dat in goede grond is gezaaid, dat zijn zij die het woord horen en begrijpen. Zij dragen dan ook rijkelijk vrucht, deels honderdvoudig, deels zestigvoudig, deels dertigvoudig.” (Matteüs 13,23). Diversiteit, als resultaat van verwerking van Jezus’ woord! Jezus Christus is het levende verbondsteken: God-met-ons. Hij neemt geweld en lijden zo in zich op dat zij overwonnen worden. Verantwoordelijkheid, tolerantie, vergeving en opoffering zijn de christelijke en humane waarden die des te sterker bloeien naarmate we de diversiteit erkennen als fundamenteel. Aanspraak en vrijheid, appel en loslaten passen dan in een gezamenlijk werken aan recht en barmhartigheid in Gods wereld. Simpelweg omdat de Almachtige zich openbaart in wie Hij wil en wanneer Hij wil.
Optimisme, nee hoop!, is een kracht ten goede in de tijd die ons rest – en wat bij de terugkeer van de Heer meegaat in de nieuwe fase, we zullen het wel zien. Dat laten we aan Hem over die rechtvaardig oordelen zal. Voor nu is van belang wat wij het goede als van de Heer beschouwen, het werk van zijn Geest. Wie er dan ook mee naar voren komt.
Naar aanleiding van: Jonathan Sacks, The Dignity of Difference: How to Avoid the Clash of Civilizations. London: Bloomsbury, 2003 (revised edition).
Voor zijn persoonlijke website, klik hier.
En hier voor een knappe TED-talk van Sacks.