Ster van het Noorden

In september 2018 was ik voor het eerst in Zuid-Korea. Samen met reisgenoot Arjan Grashuis bezocht ik bevriende kerken. Het was in weken van actieve toenadering tussen de leiders van Noord en Zuid-Korea. De christenen die wij ontmoetten, spraken de hoop uit dat de twee Korea’s weer verenigd worden. Velen hebben familie in het Noorden.
Intussen is natuurlijk helder dat er een enorm ideologisch verschil bestaat: het democratische Zuiden is gescheiden van het dictatoriale Noorden. Voor de christenen een ingrijpend verschil: godsdienstvrijheid bestaat niet in het Noorden. Sinds het bezoek doe ik voorbede voor beide Korea’s tegelijk.

Tot mijn verassing kwam ik Noord-Koreaanse christenen tegen in de Thriller van het Jaar 2019. Elk jaar kiest het blad Vrij Nederland de winnaar uit honderden titels. Dit jaar is het De Ster van het Noorden van D. B. John. Ik koop al enige jaren achtereen de winnaar en geniet ervan op vakantie voor mijn tent. De jury schreef: “John is een kenner van het land en slaagt erin al zijn kennis probleemloos te injecteren. De jury had het gevoel het gesloten land eindelijk te betreden. We zaten náást mevrouw Moon die op de zwarte markt haar handeltje dreef terwijl haar bange man thuisbleef. Alles wordt spannend als mensen continu vechten om te overleven. En dan giet John zijn verhaal nog in een reuzespannende plot die vanuit verschillende perspectieven wordt verteld. Zelfs de politieke boodschap van minder sancties tegen Noord-Korea komt geloofwaardig aan de orde.” (8)

De roman is nog maar net op gang of we zien dat de arme mevrouw Moon in het bos een ballon vindt. Die worden in het Zuiden losgelaten, met een aangebonden plastic zak. Zij vindt daarin een paar warme wollen sokken, een opwindbare zaklantaarn, plastic aanstekers en twaalf chocoladekoeken. Made in South Korea. Thuisgekomen ontdekt zij ook nog enkele folders in de zak. “Aan onze broeders en zusters in het noorden, van jullie broeders in het zuiden! Jullie zijn altijd onze gebeden. We missen jullie en voelen met jullie mee. We zien uit naar de dag waarop Noord en Zuid herenigd zullen zijn door de liefde van Onze Heer Jezus Christus…”
Ik stopte met lezen. Wat krijgen we nou, dacht ik. Dit is precies wat ik vorig jaar tegenkwam. Zou het werkelijk zo gaan, met ballonnen uit het Zuiden? Het mooie is dat het bij mevrouw Moon oude herinneringen bovenhaalt. “Iets in die woorden hadden haar teruggevoerd in de tijd. Er was een heel leven verstreken sinds zij die naam had gehoord, minstens vijftig jaar. ‘Onze Heer Jezus Christus…’” (30-31)

Mevrouw Moon is prominent aanwezig, maar niet de hoofdpersoon van de thriller. En verdrukking van christenen is niet het hoofdthema van het boek. Een Amerikaans meisje met een Zuid-Koreaanse moeder verdwijnt en blijft jarenlang ongevonden. Haar tweelingzus Jenna kan niet geloven dat zij verongelukt is en langzaam wordt haar vermoeden bevestigd: Susie (of Soo-min) is ontvoerd naar Noord-Korea. Intussen leren wij ook de heer Cho kennen met een hoge rang en veel privileges in de Noord-Koreaanse hiërarchie. D.B. John sleept je mee in een spannend plot waarbij zelfs de dictator Kim Jong-il verschijnt, de Geliefde Leider. Of Jenna Susie vindt laat ik even in het midden – ik wil toekomstige lezers niet voor de voeten lopen – maar reken erop dat je heel graag wil weten hoe het afloopt.

Via mevrouw Moon krijgen wij vooral het leven van de arme Noord-Koreaan in beeld. Door haar leren wij ook Undine kennen. “Wat de bron van haar tevredenheid ook was, ze droeg die in haar hart, zoals de aarde warmte,” observeert mevrouw Moon. (130) Undine heeft bijbels thuis. Dat overleeft zij niet en ik kreeg een brok in mijn keel als mevrouw Moon Psalm 23 begint te citeren bij de executie van haar vriendin. (204) Wat een bar leven voor onze broeders en zusters daar.

D. B. John vermoedde al bij eerste publicatie dat er lezers zullen zijn die zich afvragen hoeveel van de roman op werkelijkheid berust. Hij zelf heeft Noord-Korea meer dan eens bezocht en veel gelezen, onder andere van gevluchte Noord-Koreanen. De auteur voegt daarom aan het einde een toelichting toe. Niet alleen over het Noord-Koreaanse ontvoeringsprogramma, maar ook over de situatie van de christenen in het land:

“Enkele overlopers hebben getuigd van het bestaan van geheime christelijke ‘huiskerken’ in de steden. Die vormen heel kleine gemeenten, die veel verschillende ontmoetingsplaatsen hebben uit angst voor ontdekking, een praktijk die sterk op de vroegchristelijke kerk lijkt. Ze lezen bijbelverzen die met de hand op stukjes papier zijn overgeschreven. Iedereen die wordt betrapt op het bezit van een echte bijbel loopt kans op terechtstelling of een leven in de goelag. Buitenlandse bezoekers krijgen soms twee grote kerken in Pyongyang te zien, vol gemeenteleden die gezangen zingen. Dear Leader, de autobiografie van Jang Jin-sung, bevestigde wat velen al hadden vermoed over deze kerken: ze vormen een cynische schijnvertoning die is opgezet om buitenlanders te misleiden en internationale hulp te krijgen. Zij worden gerund door de Afdeling Verenigd Front van de Arbeiderspartij, en de gemeenteleden zijn agenten van die afdeling.” (434)

Ik kan alleen maar zeggen: lezen! En dan bidden.

Naar aanleiding van: D.B. John, Ster van het Noorden.2 Amsterdam: Cargo, 2019. Oorspronkelijke titel: Star of the North. London, Harvill Secker, 2018. Vertaald door Reintje Ghoos en Jan Pieter van der Sterre. Het kleine minpunt van het boek zit ‘m in de Nederlandse vertaling. Dat iemand eerst Ranyon heet en op de volgende bladzijde Runyon, nou goed, correctiefoutje, kan iedereen overkomen. (18-19) Maar dit: “De man zei niets, maar kameraad Pak, wier mond zijn uiterste best deed een gerechtvaardigde vrolijkheid in te houden, kon niet zwijgen.” (98) Hu? ‘wier mond…’? Of: ‘…waarbij ’s mans pet door de lucht vloog…’ (271) ’ ’s Mans pet’, toe maar, je krijgt zo wel de neiging om te kijken hoe oud Reintje is, of Jan Pieter.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *