Morgan ‘Duke’ Finch staat bij zijn stervende broer. Hij heeft ‘m achterna gezeten, hij wilde Clem te pakken nemen. Clem had meegedaan aan een beroving van de postkoets en was op de vlucht met een buit van 100.000 dollar. Maar een ander was Duke voor, Manolito. Deze in het zwart geklede pistolero is een oude bekende van Duke en maakt hem duidelijk dat Mullins het geldbedrag terug verwacht. Maar omdat ‘de baas’ weet dat Duke altijd zijn zin doordrijft heeft hij de vriendin van Duke gevangen genomen: “Je weet dus wat je te doen staat, als je haar graag levend terugziet.” (49)
Deel 4 van de serie Duke voert ons verder in de duisternis van Hermann en Yves H. We komen erachter wat de spoken uit de jeugd van Morgan zijn. (9-12) Hij heeft als jonge jongen gezien hoe zijn vader zijn moeder doodschoot, en vervolgens zichzelf. We zien hoe Mullins ongenadig zijn personeel behandelt. Gewoon, omdat hij geldzuchtig is. (17-18) We kijken mee bij de verkrachting en vernedering van Duke’s grote liefde, Peg. (29-32) De militairen kiezen ook voor eigen gewin (37-38; 40-41) en zo sterft dan ook Clem, de broer van onze held. Fraai getekende ellende.
Swift begeleidt Duke en samen maken ze een eenvoudig stenen graf voor Clem. “Wil je niet even bidden?” vraagt Swift. “Nee, Swift, tot welke God moet ik dan bidden?” antwoordt Duke. “Tot de God die me m’n ouders, m’n jeugdliefde en nu ook m’n broer afnam? Die me verplichtte om een wapen te dragen met de opdracht ‘dood!’… en die me daarna m’n leven lang heeft gestraft omdat ik deed wat hij vroeg? De dag waarop ik m’n eerste moord pleegde was een openbaring… ik zag de dood grijnzen. Toen begreep ik dat God er niet voor mij was. Nadien heb ik nooit meer gebeden. Einde verhaal Swift, we vertrekken.” (51-52)
Dit thema haalt het tot in de titel van dit deel uit de serie: Mijn laatste gebed (origineel Frans: La dernière fois que j’ai prié) In een interview zei Hermann eens over God en religie: “Als God bestaat, hoe kan hij dan, uit de hoogte van zijn almacht, het geweld aanvaarden dat in zijn naam is begaan? Ik kan niet in een God van goedheid geloven omdat hij degene is het leven verzonnen heeft, leven dat eten vereist om te leven en doden om te eten. Er is juist in het concept van het leven een extreem geweld. Ik geloof in de wreedheid van de kosmos.”
Hier past geen verdediging van God. Laten we afwachten en betrokken blijven bij deze held. Gaat het verhaal goed aflopen? Aan het slot van de blog over deel 3 sprak ik de verwachting uit dat het allemaal goed komt. We hebben nog even te gaan, ik dacht nog twee delen. Hoop ben ik in deel 4 niet tegengekomen. Wel de bekende erkenning van de macht van het kwaad. “… ik zag de dood grijnzen.” In deel 2 waarschuwde Duke Eleonora al: “Wie moordt, overschrijdt een grens. Je komt terecht in een wereld vol geesten waaruit je nooit terugkeert. Ga die grens nooit over, nooit.” Maar er is een sterke macht, sterker van de dood, en dat is de liefde. Peg leeft nog. Duke gaat door, met de dood op z’n hielen.
Te paard, Swift, we vertrekken.
Naar aanleiding van: Hermann & Yves H., Duke, 4: Mijn laatste gebed. Brussel: Le Lombard, 2020. Klik hier voor de website van Hermann Huppen (Franstalig). Daarop is ook de tekst van het interview te vinden.