De naam van de Heer is wereldwijd bekend. De naam heeft recht op wereldwijde erkenning. Het is de naam van de gekruisigde Heer. Hij leeft en wij zullen zijn lijden en dood blijven gedenken totdat wij oog in oog met Hem komen te staan. De glorie van de Heer is nu al zichtbaar. Let op situaties van nederigheid en lijden. Als je er zelf in terecht komt, laat je bemoedigen door het lijden van Gods zoon.
In het kort hebben ik zo de strekking van het openingskoor van de Johannes Passion samengevat. “De les van Johannes is vooral: de gelovigen ervan overtuigen dat de kruisgang van Jezus de overwinning op de dood betekent. Identificatie met deze zegevierende Jezus geeft de lijdende, stervende of vervolgde steun in diens moeilijke uren. Aan zondebesef of boetedoening wordt minder aandacht besteed.” (16) Dit is het commentaar van Govert Jan Bach in het boek bij de luistercolleges over deze Passion van zijn naamgenoot. Zonde en boete komen ruimschoots aan de orde in de Matthäus Passion, die Bach vier jaar na de Johannes componeert. “Dat de toon van dit evangelie anders is – directer en rationeler – is aan de muziek duidelijk te horen. De teneur is anders dan die hij de Matthäus Passion. De specifiek literaire momenten uit het passieverhaal van Johannes, volgens sommigen het beste libretto ooit geschreven, worden door Bach muzikaal opgepakt en uitgewerkt.” (14)
Jos van der Kooy, organist, schreef in 1989 een handzaam boekje met toelichting op tekst en muziek van deze Passion. Bij het openingskoor noteert hij: “Toonherhalingen in het continuo, snelle figuren in de strijkers en lange schrijnende tonen in de blazers roepen een beklemmende sfeer op. Dan klinkt de aanroep in het koor, – ontleend aan het begin van Psalm 8 – syllabisch en melismatisch, homofoon en polyfoon.” Ik moet nu toch even de woordenlijst raadplegen: syllabisch is de schrijfwijze waarbij één lettergreep op één toon wordt gezet. Een melisme is een toonreeks waarop één lettergreep wordt gezongen. Homofoon is de schrijfwijze waarbij niet de onafhankelijkheid van de stemmen maar de samenklank (harmonie) het uitgangspunt is. Bij polyfoon is dat de onafhankelijkheid van de stemmen. (13) “In het begin van het tweede deel van de tekst (“Zeig’ uns etc.”)” vervolgt Jos, “klinkt ‘Niedrigkeit’ op een dalende toonreeks. ‘Verherrlicht’ klinkt bij wijze van contrast op een stijgende melodische lijn.” (14)
De eigen sfeer van de Johannes (in vergelijking met de Matthäus) blijkt dan natuurlijk ook aan het slot. Govert Jan Bach wijst erop: “In het slotkoor horen we een soort requiem, een tot rust komen van niet alleen Jezus, maar ook van de luisteraar die zich geborgen mag weten. Bach besluit de Johannes Passion met een koraal, zoals hij dat ook altijd deed bij zijn cantates. (Pas in zijn Matthäus Passion zal hij met deze gewoonte breken.) Dit slotkoraal roept meer een sfeer op van triomf dan een van rouw en tranen.” (16-17) Het slotkoraal is ook heel fraai. Dat de engelen mijn ziel bij het sterven in de schoot van Abraham dragen. In paradisum van een requiem. “In dit koraal betrekt de gemeente Jezus’ lijden en sterven op het sterven van de gelovigen. Maar ook de wederopstanding op de jongste dag wordt bezongen. De laatste twee zinnen van de Passiemuziek zijn een gebed en een lofprijzing,” lees ik het boekje van Jos van der Kooy. (54) Dat is toch ten diepste de kern van geloven: bidden en danken.
Naar aanleiding van: J.S. Bach (1685-1750), Johannes Passion. (BWV 245) Collegium Vocale, Gent. Orchestre de La Chapelle, Paris. Howard Crook, evangelist; Peter Lika, Christus; Barbara Schlick, sopraan; Cathérine Patriasz, alt; William Kendall, tenor; Peter Kooy, bas, Pilatus. Philippe Herrewege, dirigent.
Govert Jan Bach over de Johannes Passion van Johann Sebastian Bach. Een hoorcollege vol muziekfragmenten. Amsterdam: Rubinstein, 2015. “Drs. Govert Jan Bach is pastoraal psycholoog en werkte in de GGZ (Valeriuskliniek te Amsterdam), waar hij steeds vaker muziek inzette als therapie. Van Mozart tot André Hazes, maar ook veel Bach en vooral de Matthäus Passion, vaak op verzoek van patiënten.” (27)
De Johannes Passion van Bach met inleiding en muzikale toelichting van Jos van der Kooy. Nijkerk: Callenbach, 1989
1 Openingskoor:
Herr, unser Herrscher, dessen Ruhm
in allen Landen herrlich ist!
Zeig uns durch deine Passion,
Daß du, der wahre Gottessohn,
Zu aller Zeit,
Auch in der größten Niedrigkeit,
Verherrlicht worden bist!
68 Slotkoor:
Ach Herr, laß dein lieb Engelein
Am letzten End die Seele mein
In Abrahams Schoß tragen,
Den Leib in seim Schlafkämmerlein
Gar sanft ohn einge Qual und Pein
Ruhn bis am jüngsten Tage!
Alsdenn vom Tod erwecke mich,
Daß meine Augen sehen dich
In aller Freud, o Gottes Sohn,
Mein Heiland und Genadenthron!
Herr Jesu Christ, erhöre mich,
Ich will dich preisen ewiglich!