Waarom ga ik eens in de zoveel tijd naar een uitvoering van Händels Messiah? Ik heb het grootse werk in de loop van de jaren leren kennen. Het begon in mijn studententijd. Ik woonde in een huis met zes andere studenten theologie. Eén van hen, Jasper K., had net als wij allen een platenspeler op zijn kamer. Maar anders dan wij draaide hij daar zeer geregeld de Messiah van Georg Friedrich Händel op. Talloze keren moet ik flarden van het stuk hebben gehoord. Ik raakte aan de muziek gewend en ongemerkt moet ik het verbonden hebben met positieve gevoelens. Hoe dan ook, ooit heb ik de uitvoering van Paul McCreesh gekregen of gekocht en sindsdien thuis veel gedraaid. En als je dan een concert ziet aangekondigd is de stap maar klein om tot het aanschaffen van kaarten over te gaan.
Er zijn mensen die de avond met de Messiah beschouwen als een volwaardige kerkdienst. “Zoals eerder aangegeven,” schrijft Nils Holger Petersen, “wordt het publiek dus niet uitsluitend aangetrokken tot de Messiah als muziekstuk of kunstwerk. Het werk wordt vooral ook gezien als een verkondiging of een kunstzinnige bemiddeling van de christelijke boodschap, in een vorm die als alternatief fungeert voor de traditionele kerkdienst.” (46) Ik geef hem gelijk al moet ik dan wel even professioneel slikken. Ik word als prediker zo heel erg vervangbaar en dat voelt toch een beetje als falen. Ik geef toe, heel volwassen klinkt dat niet maar vergun me deze ontboezeming. Maar als ik het dan ergens van verlies, dan graag van dit muziekstuk. Het is een meesterwerk.
Daniel Bock heeft me in een artikel uit 2001 veel geleerd over de Bijbelse en theologische perspectieven. Hij noemt het stuk een muzikaal onderzoek van Bijbelse heilsgeschiedenis. De Messiah kent drie delen. Deel 1 gaat over de belofte. Het is de Oudtestamentische anticipatie op de komst van de Messias en de Nieuwtestamentische vervulling van die verwachting. Deel 2 behandelt het lijden en opstanding. De overgang van 1 naar 2 gaat abrupt. Terwijl de lichte last is voor allen die komen tot de Messias, neemt Hijzelf de zware last op zich van de zonden van de wereld. Er klinkt een echo van Jesaja 53 en ook hier in dit deel gaat het over de Oudtestamentische anticipatie, nu op de dood en op de opstanding van de Messias en de Nieuwtestamentische vervulling van die verwachting. Deel 3 gaat over de overwinning op de dood: weer de Oudtestamentische verwachting, nu dan van de overwinning (een vers) en haar Nieuwtestamentische vervulling, met de zekerheid van de persoonlijke verlossing en de garantie van zijn kosmische verheerlijking.
Het Halleluja, slot van deel 2, van de Messiah is wereldberoemd. Terecht. Toch is dat niet het stuk dat mij het meest ontroert. Het is moeilijk kiezen maar heel mooi vind ik O death where is thy sting? direct gevolgd door But thanks be to God. Deze tekst uit Messiah’s deel 3 is genomen uit de eerste brief van Paulus aan de gemeente van Korinte: “Dood, waar is je prikkel? De prikkel van de dood is de zonde en de kracht van de zonde is de wet.” De apostel gaat dan door met de dankzegging: “Dank aan God die ons de overwinning geeft door Jezus Christus onze Heer.” (1 Korinte 15,55-57). O death where is thy sting? is een duet van Bernarda Fink, contralto en Charles Daniels, tenor. Het is wonderschoon. Zo prachtig als zij achter elkaar aan zingen, om elkaar heen draaiend, opgewekt, met de vragen die dood en graf onbeantwoord moeten laten. Inderdaad, de dood heeft niets meer ons ons mee te prikken als je in Christus’ liefde geborgen bent. Het koor komt er achter staan en maakt ondubbelzinnig helder aan wie wij dit alles te danken hebben.
In Händels Messiah wordt ieder, ongeacht je spirituele conditie, uitgenodigd tot een spirituele belevenis. Je moet wel dood zijn om niet bewogen te worden door dit stuk, aldus Daniel Bock. Dat is sterk gezegd, maar ik ben het wel eens: uitvoeren en bijwonen van de Messiah is meer dan een uitje. In de woorden van Nils Holger Peterson: “De combinatie van concert en kerkdienst maakt de uitvoering tot een kerkdienst in niet-traditionele zin en het moderne publiek van het kerkconcert wordt een niet-traditionele gemeente.” (46) In die gemeente ben ik met alle liefde even geen dominee, maar gewoon een gelovig mens, ja diepgelovig.
Naar aanleiding van: Georg Friedrich Handel (1685-1759), Messiah. (HWV 56). Paul McCreesh, dirigent. Dorothea Röschmann, sopraan I; Susan Gritton, sopraan II; Bernarda Fink, contralto; Charles Daniels, tenor; Neal Davies, bas. Gabrieli Consort & Players op authentieke instrumenten. Hamburg: Deutsche Grammaphon GmbH, 1997. Klik hier voor de uitvoering van O death where is thy sting?
Daniel Bock, ‘Handel’s Messiah: Biblical and Theological Perspectives.’ In: Didaskalia, Volume 12, Number 2, Spring 2001.
Messiah Händel: Nieuw licht op een bekende tekst, met de originele Engelse tekst en NBV. Heerenveen: NBG, 2006. (Vertaling van Nils Holger Petersen, Händel: Messias. Det Dankse Bibelselskab, 2004)