“Schuld is dus een uitwisseling die onvoltooid is gebleven.” Dat is een treffende typering. Vanuit antropologisch gezichtspunt geeft David Graeber een onderhoudende verhandeling over schuld. Hij heeft me geleerd dat schuld te maken heeft met gelijkheid en scheiding. “De eerste vereiste is een betrekking tussen twee mensen die elkaar niet als fundamenteel verschillende soorten wezens beschouwen, mensen die ten minste potentieel gelijk zijn en ook in werkelijkheid gelijk zijn op manieren die echt van belang zijn, maar op dat moment niet in een toestand van gelijkheid verkeren, hoewel ze een manier hebben om dit weer recht te zetten.” (139) Zolang de schuld bestaat ben je dus aan elkaar verbonden. Het betalen van de schuld geeft de gelegenheid om afscheid van elkaar te nemen: “Pas op het moment dat het geld wordt terugbetaald, dat de schuld wordt vereffend, wordt deze gelijkheid hersteld en kunnen beide partijen hun gang gaan en verder niet meer met elkaar te maken hebben. Schuld is wat er in de tussentijd gebeurt: wanneer de twee partijen elkaar nog niet los kunnen laten, omdat ze nog niet gelijk zijn.” (140)
Dit wordt mooi geïllustreerd in Alda, deel 5 van de stripserie De Torens van Schemerwoude. We ontmoeten Germain weer. Hij is de baas van de bende struikrovers rondom de stad Tours. De boeven werken samen met Marcus, dienaar van de heer Yvon van Portel. Deze oude man wordt door zijn geliefde Wilhelmina gepiepeld, uiteindelijk is zij uit op de rijkdom van de oude man. (14, 35, 44) Als Aymar en Olivier in het kasteel van de heer van Portel onderdak vinden, belanden zij in de gevangenis. Op dat moment komt Germain erachter dat het Aymar is die daar gevangen zit en met de dood wordt bedreigd. ’s Nachts komt hij in actie en opent de put waarin de ridder zit met zijn schildknaap:
“Wie spreekt daar?” vraagt Aymar.
“U hoeft dat niet te weten… Maakt u voort. Ik heb hier twee zwaarden neergezet. U gaat naar het water, volgt de waterloop tot de palissade en duikt eronderdoor. Verderop langs het water zult u onder de eerste bomen een paard vinden. Vaarwel, heer.” (26)
Het lukt, zij komen vrij. Maar dan wordt het wel benauwd voor de groep struikrovers. Hulptroepen dagen met Aymar en Olivier op en belegeren de boeven en rovers in het kasteel. Dat wordt een veldslag. Germain ontspringt de dans:
“Vaarwel, Marcus… vaarwel makkers. … en u ook, ridder van Schemerwoude! Vanaf vandaag sta ik niet meer bij u in de schuld! … en mijn vrienden hebben nog tijd genoeg om een heenkomen te zoeken.” (36)
Zo is de gelijkheid dus hervonden. Aymar redde zijn leven (in Babette, deel 1) en nu voelt hij zich niet meer gebonden. Dat is dus wat het redden doet: je creëert een schuldverhouding. Dankbaarheid is een passende reactie maar die eindigt nooit. Hoe ben je een keer voldoende dankbaar geweest? Het redden van het leven van je redder is de daad die werkelijk nieuw evenwicht brengt. En dus vrijheid.
De slag om het kasteel resulteert in de overwinning van het goede op het kwade. Alda vertrekt stilletjes. Germain komt nog een keer kijken bij het verlaten slot. De struikrovers en de malafide dienaars van heer Yvon hangen afgeslacht aan de muur. Om vervolgens de wereld weer in te trekken. We zien hem stellig weer terug in het vervolg van de queeste van de heer van Schemerwoude.
Naar aanleiding van: Hermann, Alda (De Torens van Schemerwoude 5)2. Zelhem: Arboris, 1989. Oorspronkelijk in het Frans gepubliceerd in 1989. Scenario en tekeningen van Hermann, inkleuring door Fraymond.
David Graeber, Schuld: De eerste 5000 jaar. Amsterdam/Antwerpen: Business Contact, 2012. Oorspronkelijke titel: Debt: The first 5.000 Years. Melville House, 2011. Vertaald door Peter van Huizen en Wybrand Scheffer.