Geloof ik dat je met doden kan communiceren via een medium? Ik denk dat ik in eerste instantie de vraag met ‘nee’ zou beantwoorden. Zo behoor ik tot de ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking. Het onderzoek God in Nederland vraagt dit al jaren aan de burgers en het aantal mensen dat ‘ja’ zegt neemt af. In 2006 geloofde 15% van de Nederlanders dat je met doden kan communiceren via een medium, en 20% zei misschien; een subtotaal van 35%. In 2015 is dat teruggelopen tot 24%. Tien procent weet het niet en een ruimte meerderheid zegt ‘nee’. (66%) Het zijn vooral de ongebonden kerkleden en de ongebonden spirituelen die hiervoor openstaan. (159) Ik ben een ‘gebonden’ gelovige (actief betrokken bij een religieus instituut) en mijn spirituele bronnen staan onomwonden open voor het bestaan van geesten van doden. Het bekende verhaal over koning Saul die de geest van de profeet Samuel oproept (1 Samuel 28) bevestigt dat en werkt tegelijk als een verbod om het te proberen: ‘Waarom heb je mij opgeroepen en mijn rust verstoord?” klinkt het verwijt van de dode profeet. (15)
In Het huis van de maskers van Daniel Hecht (* 1950) ontmoeten we Cree (Lucretia) Black. Zij is een soort psychotherapeut voor geesten en haar grote vaardigheid is de empathie, vergaand inlevingsvermogen – vergelijkbaar met de participerende observatie in de culturele antropologie. “Ze voelde aan haar eigen ruggengraat hoe Lila’s wanhopige schouders zich kromden, hoe de zenuwstuipen van de vrouw aan haar eigen wangen en wenkbrauwen trokken.” (52) Zij ervaart de onrust van de geesten. In de Amerikaanse situatie is shamanisme niet vreemd, maar het aardige is dat Cree een collega heeft die juist het wetenschappelijke en het technische voor zijn rekening neemt. Samen met Edgar Mayfield runt zij Psi Research Associates (PRA). Zij werken met hightech: infraroodcamera’s, geluidsrecorders, huidgalvanometers en wat al niet. (23, 134)
Wie wil kan via Youtube episodes van Ghost Hunters bekijken die op vergelijkbare wijze huizen, kastelen of hele dorpen onderzoeken op spokende geesten. Jessica O’Hara suggereert in haar artikel over dergelijke programma’s dat de populariteit ervan sterk is toegenomen door nine-eleven. “Perhaps it has something to do with September 11, an event that created seismic shifts in American thinking.” (81) Op die dag bleek de publieke ruimte in de VS niet zo veilig als gedacht. De kerken zijn steeds minder de heiligdommen en de meta-verhalen van de officiële religie hebben aan kracht ingeboet. De mensen zijn meer en meer ongebonden spiritueel en zoeken toch naar de grenzen van verbeelding en rationaliteit. Terwijl de wetenschappelijke winst wordt meegenomen blijkt er toch ruimte voor het ‘sublieme’ en fascineert de geestenwereld evenzeer als dat zij angst aanjaagt.
Dr. Cree Black is universitair opgeleid en heeft in haar persoonlijke leven een ontregelende ervaring gehad die haar op het spoor van het paranormale bracht. Zij zag haar man Mike in Philadelphia terwijl hij in werkelijkheid in Los Angeles was. Het gebeurde op het moment dat hij daar betrokken raakte in een dodelijk ongeluk. (232v). Een zijlijn in het verhaal over het huis met de maskers is haar eigen zoektocht, als weduwe.
In haar onderzoek naar de geesten in het oude, statige Beauforte House in New Orleans ontmoet zij dr. Paul Fitzpatrick. Hij vervult de rol van de kritische wetenschapper:
(Cree) “De meeste geesten worden slechts door een persoon gezien. Het is slechts een kwestie van verschillen in gevoeligheid. Daarin verschilt het niet zoveel van andere zintuigen – elke audioloog kan je vertellen dat sommige mensen hogere geluidsfrequenties horen dan andere. Wijnproevers hebben een aantoonbaar scherpere smaak- en reukzin.”
(Paul) “Maar, ik bedoel… een man met een zwijnenkop, een pratende wolf? Zijn dat typische bewoners van de andere wereld?”
(Cree) “Er is maar een wereld – deze. Hij is alleen groter en vreemder dan wij weten.” (98)
Dat is de geloofsbelijdenis van het wereldbeeld in de thriller. Als dat waar is dan hebben mensen er serieus werk aan om zichtbare en onzichtbare dingen aan elkaar te passen. Ruim 400 bladzijden lang zijn de karakters boeiend en de wendingen geloofwaardig. Tenslotte gaat het om het vinden van rust en balans bij de overlevenden. Lila Warren moet in het reine komen met haar vader Richard. “Ze moest elk restant van onbewuste beschuldigingen aan het adres van haar vader uitwissen als zij de confrontatie met hem wilde aangaan en zijn liefde wilde accepteren.” (396)
Cree Black moet ook zelf met haar issues aan de slag. De liefde meldt zich tussen haar en Paul. Ook al is Mike al negen jaar dood, toch kan zij zich nog steeds niet overgeven aan een nieuwe verbinding vol kwetsbaarheid. Aan het eind komt het goed maar dat gaat niet vanzelf: Cree’s empathie met haar cliënten omgekeerd evenredig is aan die met haar eigen zelf. In elk geval moeten in New Orleans alle maskers af. En dat was ten tijde van koning Saul ook al zo.
Naar aanleiding van: Daniel Hecht, Het huis van de maskers.6 Amsterdam: Sijthoff, 2005. (Oorspronkelijke titel: City of Masks, 2003. Opvallend, de Engelse titel verwijst naar New Orleans als de stad van de maskers – zie 36 en 279 – terwijl de vertaling wijst op het huis.) “Dit boek is opgedragen aan Christine Klaine, buurvrouw, vriendin en medewerkster, die bij me kwam met een geweldig idee voor een reeks romans over een buitengewone geestenjaagster…” [5] Voor de website van de auteur, klik hier.
In The Haunting of Hill House van Shirley Jackson gaat het ook om een huis vol geesten maar blijkt het vooral om de psyche en de relaties van de aanwezigen te gaan.
Ton Bernts, Joantine Berghuijs (met een voorwoord van Joep de Hart), God in Nederland 1966-2015. Utrecht: Ten Have, 2016.
Jessica O’Hara, “Making Their Presence Known: TV’s Ghost-Hunter Phenomenon in a “Post-“ World.” In: The Philosophy of Horror (edited by Thomas Fahy). Kentucky, The University Press of Kentucky, 2012, 72-85