Ik wil u volgen, moeder Gods, want ú weet
wat dat is: zijn hoofd in de kom van uw arm,
uw hand nodigt ons om te schouwen, het lijk
te schouwen bij het heffen van het brood,
mijn hand sluit om de beker der dankzegging,
ik nodig allen die Hem en u volgen aan tafel,
om de Heer te schouwen in de dood, als
de dood in haar ware gedaante ons nodigt
u te volgen in het volgen van uw zoon.
Terwijl ik aan het bidden was, heilige Vader,
voor alle meisjes die dromen van een prins,
voor alle vrouwen die moeder willen worden
van een engel, voor alle moeders die hun zonen
en dochters verliezen aan het leven of de dood,
terwijl ik aan het bidden was voor mijn moeder,
bad om hulp het kruis van uw Zoon te dragen,
voelde ik een weeë warmte, voelde me beroerd
en dacht: bent u dat, moeder Gods?