Over smaak valt niet te twisten, zegt men. Van mijn vrienden ken ik de muziekvoorkeur. Ik kan zien hoe ze ervan genieten. Intussen meet ik ook de afstand. Thuis zal ik het niet opzetten. Hoewel ik in de loop van mijn leven nieuwe muziek heb leren waarderen – dankzij vrienden – ben ik toch vooral gevormd door de muziek waarmee ik opgroeide. Muziek leren maken heb ik niet maar zingen kan ik wel. Niet professioneel maar als gelovige wel met frequentie oefening. Je kunt je toch moeilijk een kerkdienst zonder zingen voorstellen. Helaas blijkt muziek heel goed in staat om een geloofsgemeenschap te splijten. Vooral wanneer bewust en min of meer abrupt een bepaalde stijl af geserveerd wordt (wie problemen wil voorkomen moet het heel geleidelijk doen). Als de christelijke kerk een plaats van diversiteit en inclusiviteit moet zijn, dan moet muziek uit de sfeer van wedijver gehouden worden. Noch in performance, noch in aanhangeraantallen mag muziek tot competitie aanzetten. Muziek vraagt om harmoniëren van de verschillen.
Het werd me – na een zure ervaring met muzikale problemen – weer aangrijpend getoond in de film As it is in heaven. Wat me aanzette om de dvd weer eens op te duiken, weet ik niet. Het zal tien jaar of meer geweest zijn dat ik de film leerde kennen. Toen al meer dan eens gezien. Nu werd ik toch verrast door de gewelddadige context waarin de boodschap van harmonie klinkt. Daniel Daréus, een geslaagd en vermaard violist en dirigent, heeft geen goede herinneringen aan zijn geboortedorp in het noorden van Zweden. Gepest dolf hij het onderspit tussen de jongens. Als hij vastloopt op de ondraaglijke stress van het professionele muziekvak (hartaanval), keert hij terug naar datzelfde dorp. Hij krijgt toestemming van kerk en dominee om het zieltogende koor te gaan leiden. Dan raadpleegt hij zijn vroegere muzikale mentor en kiest ervoor om de leden op zoektocht te sturen naar hun grondtoon. “Ieder persoon heeft z’n eigen individuele toon,” zegt Daniel tegen de giechelende koorleden op de grond: “Probeer die van jou te vinden. Zoek de harmonie.” Dat is meer dan een trucje. Het is de manier om mensen zich bewust te maken van hu diepste verlangens in de onderlinge omgang. Het conservatieve en hypocriete dorp komt in een identiteitscrisis terecht, ook de geestelijke leider. Het dansende leven op de grondtoon van je innerlijk botst dan ineens met de kerkelijke dogma’s over zonde en vergeving – ten onrechte, maar ja dat heb je als kerk en dorp in een sociale symbiose zijn geraakt. Maar ook Daniel zelf moet zijn innerlijke blokkades overwinnen en de blonde, rondborstige en breed lachende Lena helpt hem daarbij. Toch is het vooral een verlossingsfilm waarin de verlosser ondergaat en het resultaat van zijn interventie niet meemaakt.
Het eerste succes overigens nog wel. Want in de kerk geeft het koor een uitverkocht concert en dan mag zij shinen. Zij zingt “Ik wil voelen dat ik leef” en dat is in het verhaal de bevrijdende boodschap. Want haar man Conny mishandelt haar – zoals hij in de jeugdtijd al deed met Daniel. Het tranentrekkende uitvoering is de voorbode van wat zich in Oostenrijk zal voltrekken. Arne, de ondernemer in de dorp, heeft het groeiende koor ingeschreven voor een internationale korenwedstrijd. The winning mood wordt echter ruw verstoord door Daniel Daréus. “Je kan niet wedijveren in zingen!” roept hij, onthutst, bijna wanhopig: “Een wedstrijd in muziek is krankzinnig. Dat gaat in tegen mijn geloof.” Dat verwijst naar de traumatische ervaring van de grote stress zijn professionele carrière. Toch zwicht hij als een oud koorlid hem vraagt hoe hij kan weten of het al of niet goed is voor hen om naar Oostenrijk te gaan. Hier wordt hij op eigen wapens verslagen. Iedereen bepaalt zijn eigen grondtoon, toch? Wie ben jij om mijn verlangen te dwarsbomen? Dan herpakt de dirigent zich en zegt: “Wij zullen hen muziek laten horen die ze nog nooit gehoord hebben.”
Het fraaie isdat het koor ten slotte zonder dirigent doet wat het geleerd heeft. De gehandicapte jongen Tore begint met zijn bas. Ze pakken elkaars handen vast en vinden zingend de harmonie. Dat laat zich niet meer begrenzen. Heel de zaal, inclusief de jury doet mee. De boodschap is duidelijk: wie eenmaal zijn diepste innerlijke toon vindt, legt de basis voor verbinding over alle grenzen en verhoudingen heen. Sport verbroedert, zeggen ze – ik twijfel. Muziek? Ook niet vanzelfsprekend. Een innerlijke drive is voorwaarde, met de erkenning dat jouw grondtoon slechts een van de vele is. We hebben elkaar nodig om ons samen te verheffen in hogere sferen. Zoals het in de hemel zal zijn, zo proeven wij daar nu al van. Omdat de dirigent ervoor gestorven is.
Naar aanleiding van: As it is in heaven, 2004. Oorspronkelijke titel: Så som i himmelen, Regie Kay Pollack. Met Michael Nyqvist (Daniel Daréus), Frida Hallgren (Lena) en Helen Sjöholm (Gabriella).