De staatssecretaris Eric van der Burg bezocht een dezer dagen de gemeente Tubbergen. Hij is verantwoordelijk voor de aankoop van een hotel in Albergen (behorend tot de gemeente Tubbergen). Als opvang voor asielzoekers. Dat ging van au, want het werd gewoon opgelegd. Want vrijwillig doen de Nederlandse gemeenten te weinig. In de ontmoeting met de bewoners zei de bewindsman: “Waarom zou u niet veilig over straat kunnen als er een asielzoekerscentrum komt? Dat gaat op de meeste plekken goed. Het zijn geen dieven en plunderaars. Er zijn mensen die zich misdragen, maar die zijn er onder Nederlanders ook.” Je voelt aan hoe de mensen over vreemdelingen denken.
Ga nu eens staan in de sandalen van de Syriër of Somaliër. Wat voel je in Tubbergen? Je bent gevlucht voor honger of oorlog, voor discriminatie. Of je komt hier je geluk beproeven, ten bate van de familie thuis. Je misdraagt je niet en komt te midden van mensen die je wantrouwen. Kun je geloven in verbinding of gemeenschap, gewoon als mens op een en dezelfde planeet? We hebben toch iets gemeenschappelijks? Al is het maar de lucht die we inademen?
Ik moet denken aan een overpeinzing van Josef K. in de roman Het Slot, van Franz Kafka. Josef K. komt als landmeter in het dorp dat valt onder de zorg en jurisdictie van het slot. De mensen zijn niet aardig, niet toeschietelijk. K. denkt: “Daar gingen uren voorbij, uren van gemeenschappelijke adem, van gemeenschappelijke hartslag, uren waarin K. voortdurend het gevoel had dat hij verdwaalde of dat hij zover in den vreemde was, als geen mens voor hem, een vreemd land waarin zelfs de lucht geen bestanddeel gemeen heeft met de lucht in het eigen land, waarin je van vreemdheid moest stikken en in welker onzinnige verlokkingen je toch niet anders kon doen dan verder gaan, verder verdwalen.” (40-41, zie ook 47, 83, 98, 135, 209)
Vreemdeling zijn is thema van deze akelige roman. Akelig goed komt uit de verf dat K. vreemd is aan het slot (en dat zal blijven) en ook aan de mensen in het dorp. Want hij is eigenlijk steeds bezig met de vraag: wie kan mij helpen om in contact te komen met het slot, met de graaf van Westwest (5)? De graaf heeft allerlei personeel – volgens de dorpeling: een secretaris (Klamm), een bode (Barnabas), dienstmeiden, iemand aan de telefoon. Deze mensen leven met een soort code waar K. geen toegang toe krijgt. “’U verwondert zich waarschijnlijk over de weinige gastvrijheid,’ zei de man, ‘maar gastvrijheid is bij ons geen gewoonte, wij hebben geen gasten nodig.’” (15) Maar K. probeert het ook niet echt. De liefde van Frieda loopt stuk omdat K. meest dat via een ander eerder toegang te vinden is.
Maar al in het begin krijgen we als lezer de hint dat de poging tot contact met het slot moeilijk zal worden. “Het slot, waarvan de contouren zich al begonnen op te lossen, lag daar stil als steeds; nog nooit had K. daarginds het geringste teken van leven gezien, misschien was het niet eens mogelijk van hieruit in de verte iets te onderscheiden en toch wensten zijn ogen dat te doen en wilden zij met de stilte geen genoegen nemen. Als K. naar het slot keek, was het hem soms of hij iemand observeerde die rustig voor zich uit zat te kijken, niet verzonken in gedachten en daardoor van alles afgesloten, maar vrij en onbekommerd alsof hij alleen was en niemand hem observeerde; en toch moest hij merken dat hij geobserveerd werd, maar het raakte zijn rust niet in het minst, en waarachtig – je wist niet of het oorzaak was of gevolg – de blikken van de waarnemer konden er niet op gericht blijven en gleden weg.” (91, zie ook 5)
Er is veel gespeculeerd over de betekenis van het slot. Het heeft wel iets van de Onbewogen Beweger. De dorpelingen zijn druk doende en het slot is een actief functionerend fenomeen in hun spreken en doen en laten. Zelfs als er geen leven in het slot zou zijn, dan nog is het een levende entiteit. Dat is fascinerend. Maar het romanthema is vooral hoe Jozef K. arriveert en probeert zijn weg te vinden. Als hij voor een christelijk-spirituele werkelijkheid symbool staat, dan voor de christen die op aarde in een spanning is geplaatst: wie in God gelooft is gericht op het komende Rijk en zal zich daarom niet uitleveren aan deze wereld. Tegelijk leeft je helemaal in en doe je hartelijk mee. Is dat dan waarde op zich of toch alleen een middel tot?
Ik las met interesse het essay van Stefanie Knauss. Zij benoemt deze spanning als zij theologisch reflecteert op de roman en de verfilming ervan door Michael Haneke (1997). “Gerade die Spannung zwischen dem In-der-Welt-Sein und Nicht-in-ihr-Aufgehen macht das christliche Dasein aus.” (315) Zij stelt terecht dat K. zijn vervreemding niet overwinnen wil: “Eine Bindung, die das Fremdsein überwinden könnte, würde daher K. von der konsequenten Verfolgung seines Ziels abhalten…” (316) Hij is zo met zichzelf bezig, met zijn streven om het slot binnen te komen, dat hem de openheid ontbreekt om andere oplossingen te vinden. Sterker, zou ik willen zeggen, om zich betekenisvol te binden aan de dorpsgemeenschap.
Ik heb begrepen dat Het Slot een onvoltooide roman is. Dat voelt inderdaad zo aan. Kafka kon het door zijn overlijden niet afronden. Als redacteur bij de uitgever zou ik ook nog wat laten schaven aan het geheel. Het is me bij wijle te langdradig. Ik had niet de bewuste opzet weer eens een Kafka te gaan lezen. Een verwijzing in een boek werd de aanleiding. Nu ik Het Slot uitheb, ben ik toch blij het gedaan te hebben. Mede door de reflectie van Knauss ben ik aan het denken gezet over leven als christen in de wereld, en toch niet van de wereld. Misschien wat meer waarderen wat er aan bindingen in deze wereld is. Want het is wel de aardse wereld van de hemelse God.
Naar aanleiding van: Franz Kafka, Het Slot.7 Amsterdam: Querido, 1972. Oorspronkelijke titel: Das Schloss, 1926, vertaald door Guus Sötemann.
Stefanie Knauss, ‘Vom Fremdsein, der Befremdlickeit und der Einsamkeit: Das Schloss von Michael Haneke,’ in: Christian Wessely, Franz Grabner, Gerhard Larchr (Hrsg.), Michael Haneke und seine Filme: Eine Pathologie der Konsumgesellschaft. Marburg: Schüren Verlag, 2008, 297 – 318.
Voor het IMDB dossier van de film van Michael Haneke, klik hier.