We creëren met elkaar een wereld waarin we steeds meer afstand nemen van elkaar. Aan het woord is Thijs Launspach (1988), psycholoog met een aantal sterke meningen. Een ervan is dat we leven met de Mythe van het Individu. “Dat is uiteindelijk wat de Mythe van het Individu ons vertelt: dat we niemand nodig hebben, en het bovendien allemaal in ons eentje zullen moeten zien te redden.” (174) We hebben minder echte sociale contacten. Het is dus niet vreemd dat we ons eenzaam voelen. En eenzaamheid kan dodelijk zijn. Dat leerde ik al eerder.
Het lijkt me even simpel als helder dat het aangaan van meer verbinding een positieve invloed heeft op onze mentale gezondheid. Dat is eigenlijk het thema van het boek van Launspach: Je bent al genoeg. Mentale weerbaarheid is dat je weerwoord kunt bieden aan de onvermijdelijke uitdagingen van het leven, dat je veerkrachtig bent en jezelf in de gestoorde wereld zonder al te grote problemen kunt redden. (18) Heel goed in het betoog van Launspach is dat hij erop wijst dat wij dat niet alleen kunnen. Je bent al genoeg, is een prima zin voor zelfhulp. Maar herstel de verbinding is een onmisbaar hoofdstuk in het geheel.
Je hoort bij een stam. Launspach vertelt hoe zijn keuze om zich als jongere met de heavy metalgroep te identificeren heb een geweldig gevoel van belonging gaf. Zo’n tribe heeft tal van voordelen. In de oertijd beschutting tegen wilde dieren en binnenvallende stammen. Samen eten en drinken. Geborgenheid en troost. De groep moet niet te groot en niet te klein zijn en dat schijnt destijds zo’n 150 geweest te zijn (Dunbars getal). Meer niet, grapt Launspach, ‘wat Facebook ook mag zeggen.’ (176) In die groep zijn er wederzijds afhankelijk (interdepedendent) en tot zover niet zoveel nieuws, eerlijk gezegd. Wat wel mijn aandacht trok was ‘collectief bruisen’. “We hebben het vermogen om in sommige omstandigheden onze individuele identiteit te verliezen en kortstondig op te lossen in de groep.” (176-177) Dat kan heel positieve effecten hebben (meedansen met de thuisploeg in het stadion bij een doelpunt), maar ook negatief (een vreedzame demonstratie die eindigt in rellen).
Waar je mee omgaat, word je mee besmet. Dat is de stille kracht achter dat collectief bruisen. Laat ik dat nu eens toepassen op het geloofsleven. Je hebt een kerk nodig om te blijven geloven. Als we dat niet uitleggen als ‘je hebt de kerkdienst op zondag’ nodig, kan ik het helemaal meemaken. We leven in dialoog en zonder die dialoog zal de besmettelijkheid van het vertrouwen in God niet overslaan of sterker worden. Ook met vier kun je al wat bruisen en ik onderken de kracht van de massa. Grote kerken hebben veel tegen (ik weet ervan) maar als je in een volle kerk door goede zang en muziek wordt meegenomen – dan tilt dat je op en kan je jezelf geheel verliezen, voor dat moment.
In Thijs’ lijstje van dingen die verbinding herstellen, staat die bruisen op twee: 1) zoek een third place (een leuke kroeg als werkplek ofzo); 2) doe aan collectief bruisen; 3) creëer persoonlijk contact, eerst face-to-face, dan bellen, dan anders; 4) wees gastheer of –vrouw en 5) doe iets aardigs. Kortom, doe iets betekenisvols voor een ander en merk hoe goed je dat doet. Ik ontkom niet aan de gedachte dat wij in de kerk volop met deze dingen bezig zijn. Seculier werkt het dus ook.
Naar aanleiding van: Thijs Launspach, Je bent al genoeg: Mentaal gezond in een gestoorde wereld. Amsterdam: Unieboek | Het Spectrum, 2022. Klik hier voor zijn website.
Goede passages over
- Gelukkig worden (32)
- Stress (55)
- Socials: vergif voor je hoofd (hoofdstuk 4)
- Eenzaamheid (85v)
- Judoën (101)
- Persoonlijkheid (107)
- Spelen (133)
- Bullshit-baan (159)