Waar zitten we aan het slot van het avontuur naar te kijken? De groene vlam van de conquistador is weer een prachtig Bernard Prince-verhaal, deel 8. Goed en kwaad, actie en ruige natuur zijn weer volop aanwezig. Maar nu aan het slot, de laatste twee tekenblokken: “We moeten de hereniging van de Morels en de wedergeboorte van Terra del Guaquero vieren… en u gaat met helpen.” (112, paginaverwijzing naar de integrale uitgave). Dat zegt de padre tegen Barney Jordan. Die met pijp in de mond de geestelijke schuin en sceptisch aankijkt. En op het volgende plaatje helpt hij bij de viering van de eucharistie. Toch wat onverwacht in de wereld van Hermann. Terwijl de padre voor het geïmproviseerde altaar staat, knielt Barney voor hem neer en klingelt met de bel. Zo wordt het heilige sacrament voltrokken. De anderen staan er eerbiedig bij. Djinn maakt een shht-gebaar naar Dotje Poetskatoen. Is het licht spottend bedoeld, van Greg, van Hermann? Of juist heel adequaat bij dit avontuur in Zuid-Amerika?
Het verhaal opent met een schitterende tekening van de Cormoran die de Marayali opdraait. We zijn dan bij de grens van Venezuela. Bernard, Barney, Djinn (de jonge beer uit het vorige verhaal, Dotje Poetskatoen) willen een lading lossen bij Tierra del Guaquero, en de volgende morgen terug naar Villabamba. Maar zoals Barney terecht zegt: de Cormoran heeft een speciale radar om hen regelrecht naar de ellende te leiden. (72) Zo geschiedt. De familie Morel beheert een zo te zien welvarende koffieplantage. Maar de onderlinge verhoudingen zijn niet allemaal even geweldig. We hebben het over drie broers en een zus: Franck, Jo, Yves en Corinne; vader Robert en de oude, niet te onderschatten grootvader-in-rolstoel. Een smaragdmijn in de buurt heeft de broers Jo en Yves in de greep gekregen, nogal tegen de zin van Robert. Deze licht ontvlambare figuur wil zijn zoons graag tot de orde roepen. Dat lijkt onbegonnen werk.
Als wij aan het slot de familie herenigd zien, is dat omdat – hoe kan het anders? – een gemeenschappelijke vijand opduikt: Tuxedo. ‘Smerige berover van oude boerinnen!’ is de typering van Robert, maar Tuxedo staat erboven. Hij heeft het overwicht van de geweren en pistolen op dat moment. Hij stelt een deal voor: hij houdt in de bergen de twee onhandelbare zoons onder controle maar krijgt in ruil een derde van de opbrengst van de koffie. (79) Robert piekert er niet over. Bernard en zijn vrienden blijven hier graag buiten, tenzij… een van hen beledigd wordt en dat is deze keer Barney. ‘De vette stinkende zeebonk’ is misplaatste duiding (80, in de albumuitgave ‘de stinkende zeeman met het rode haar’) en dat betaalt Barney dan ook uit. Zo kennen we hem. De oude Morel voorkomt dat onze vrienden neergeschoten worden, maar het resultaat is: de vrienden zijn ‘in’. Als ook de Cormoran nog brandschade oploopt door Tuxedo, is de spreekwoordelijke beer los.
De expeditie leidt naar de bloedhete woestijn en ‘de kring der blinden’. (98) Belegerd door Tuxedo en mijn mannen dreigen zij gek te worden en het onderspit te delven. Maar gelukkig is Djinn niet op de haciënda gebleven zoals gewenst (86, 103) en is de overmacht te groot voor de bandieten. Met een geweldig staaltje moed retourneert Barney even later nog een dodelijke combinatie van dynamiet en granaat. (111-112) Tuxedo exit, de familie gered.
Er zit een licht bespiegelend thema in de dialogen. ”Even serieus, wat komen we hier toch doen?” vraagt Barney (98). Bernard antwoordt: “Bewijzen dat ‘de witte boot’, zoals Tuxedo zegt, ons niet soft heeft gemaakt.” Ook de hebzucht (76) komt ter sprake en de hoogmoed (91). De padre is in de line-up van de karkaters degene die het morele geweten speelt. Bijgestaan door Bernard, die geen blad voor de mond neemt: “Het probleem is jullie houding. Vier kinderen die niet tegen hun vader en grootvader durven zeggen dat de tijden veranderd zijn. In plaats daarvan kijkt Corinne weg, speel jij de nutteloze cynische playboy en proberen de andere twee zich te bewijzen door iedereen te vervelen met hun smaragden. Wat een verspilling!” (107) Dat is taal die aankomt.
De padre is het die het wonder aanwijst in het verhaal: broers en medewerkers van de smaragdwinning geven hun inzet en winst voor het bedrijf van de Morels. Zij willen dat Tierra del Guaquero wordt herboren… ‘herboren voor ons en voor onze kinderen!” (110) Zo wordt een kleine coöperatie geboren. Als iedereen zo investeert, stroomt de Marayali straks langs de mooiste koffieplantage van het land (aldus Corinne). Het is een wonder, het is een wonder, de padre kan niet anders constateren. En dat moet ten slotte worden gevierd. Met de medewerking van Barney. Die uiteraard niet kan weigeren. Het verlangen naar gezamenlijkheid is vervuld.
Naar aanleiding van: Hermann & Greg, Bernard Prince 8: De groene vlam van de conquistador. Brussel: Le Lombard, 1974. Oorspronkelijke titel: La flamme verte du Conquistador. Bij uitgeverij Sherpa verscheen in 2019 de integrale versie in een bundel samen met Verschroeide aarde en het korte verhaal De schipbreukelingen, in 1980 gepubliceerd in Bernard Prince, gisteren en vandaag.