Dan kan je wat

54. Homofeel

er werd nu al zo lang
zo veel onzin verkocht
in de zalen en de gangen
van de kerk die hij bezocht
hij had al geen idee meer
wanneer dat allemaal begon
hij was bijna bang
dat hij het nooit bijhouden kon
wat als ze weer wat zeiden
en hij dat dan zou missen
hoe zou het hij het dan weten
wat ze over hem beslissen

thuisgekomen, licht gaat aan
schijnt op het boek der boeken
valt daar terug op drieëntwintig
wil niet langer hoeven zoeken

ook wat niet went voelt snel bekend
daar gaat hij, door zijn donker dal
en probeert daar te onthouden
dat Hij altijd van hem houden zal

Heel weinig interpunctie in dit gedicht van Thom Bakker, twee keer een komma. Dat is alles. Toch kun je ongehinderd van de eerste tot de laatste regel het gedicht volgen en ben je aan het slot gekomen, dan ben je in korte tijd in de huid gekomen van een gelovige, homoseksuele man of jongen. Dat vind ik een knappe prestatie van de dichter. Het weglaten van hoofdletters, het gebruik van eenvoudige taal en het invoegen van twee witregels de zijn sterke middelen om dat te bereiken.

De ‘hij’ in dit gedicht vindt zijn houvast bij de liefde van God. Dat is hard nodig in een geloofsgemeenschap waarin over zijn homoseksueel-zijn van alles wordt geroepen en vooral veel onzin. Maar het meest spannende is dat allerlei mensen met meningen ook nog over hem kunnen beslissen. Zo is het vaak. Mag een homoseksueel avondmaal vieren? Mag hij een leidinggevende positie innemen? Moet hij ongehuwd blijven? Je kan denken: joh, laat gaan, mensen zeggen zoveel. Maar onderschat het niet, we komen hier iemand tegen die in een kerk functioneert. Daar haal je niet zomaar je schouders op. Raar genoeg, hoe pijnlijk ook, je wilt het horen. Hij wil het bijhouden, niets missen.

De tweede strofe begint met het woord ‘thuisgekomen’. Vooraan in de zin, het is niet alleen een locatie. Het is de start van de boodschap van het gedicht: hij komt thuis bij de Heer. Dat is dan dus even niet tussen de mensen in de kerk. Thuis, daar gaat licht aan, daar ligt een Bijbel. Hij valt terug op het bekende: Psalm 23. Welke gelovige kent hem niet? ‘De Heer is mijn herder, mij ontbreekt niets.’ Wat is er erg aan als je soms gewoon het allerbekendste pakt? Even niet hoeven zoeken naar een passende tekst, gewoon Psalm 23, oud en vertrouwd.

En dan worden we aan het denken gezet: ‘ook wat niet went voelt snel bekend’? Als je deze zin zou weglaten, zou het soepel lopen tot het einde. Het donker dal kennen we uit Psalm 23. En dan heel treffend: hij gaat het proberen te onthouden. Dat het slotwoord zal is en niet houden, dat is ook al zo fijn gedaan. Als het was geweest: zal houden rijmt het misschien we sterker. Maar het klinkt toch een beetje slap, te vol rijm. Nu staat het woord zal in de aandacht. Het is een sterk woord, over de toekomst. Dat heb je nodig als je daar bent, in dat donker dal van de kakelende kerk. Daar gaat hij doorheen.
Maar eerst staat er: ‘ook wat niet went voelt snel bekend’. Zo was het gedicht begonnen: er wordt al zolang onzin verkocht. Het is bekend. Maar het went toch nooit. Dus elke keer als er weer een discussie opgang komt, of voortgezet wordt, denk je: daar gaan we weer, weer afwachten wat er nu over me besloten wordt. Wanneer stopt dit? Wie gaat er met, niet over, de hoofdpersoon in gesprek?
God doet dat. Door die eeuwenoude Psalm.

Mooi gedicht, hoor.
Als je zoiets maakt, dan doe je niet maar wat, dan kan je wat.


Naar aanleiding van: ’54. Homofeel’. In: Ik doe ook maar wat: 111 gedichten van Thom. Soest: Boekscout, 2022. Thom Bakker is leerkracht en jongerenbegeleider.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *