‘Een witte winterwoestijn’ noemt de (franstalige) samenvatting (op Hermanns webstie) de enscenering van deel 9 in de serie Jeremiah (le désert blanc de l’hiver). Terecht, en ik vind Hermann daarin werkelijk excellent. Denk ook aan het album Narrenhaven van Bernard Prince. In De winter van de clown blijven we in het post-apocalytische tijdperk. Deze episode brengt ons in een verlaten haven. Jeremiah trekt met Lena Toshida door het ijzige landschap op weg naar de stad. Kurdy is afwezig, als gevolg van de ruzie aan het eind van deel 8 (Het woedende water). Zo komen de twee geliefden bij een boot die hen voor bevriezen kan behoeden. Een soort ark van Noach, zeg maar. Maar dreiging is nooit ver weg, weten wij als trouwe lezers van de serie, en wreedheid evenmin.
Twee wonderlijke gebeurtenissen brengen Jeremiah en Lena bij de boot. Eerst is er een man die zo onderkoeld is dat zijn poging om het tweetal te overvallen mislukt. Hij is doodgevroren bij gebrek aan beschermende kleding. En vervolgens is er een dwerg op een slee die hen meelokt naar de boot. Het ontvangst is wonderlijk: de aanwezigen op de boot lijken zo beetje allemaal een gebrek te hebben. Zij zien er, inclusief de man die de baas lijkt, uit als een circusgezelschap. “Het idee van die ontaarde galerij,” schrijft Hermann in Helden & Koeien, “kwam door Fellini’s Satiricon waarin je vreemde wezens ziet wonen in cellen van oude gebouwen. Het zijn groteske personages die doen denken aan jolige spottende clowns.” Maar hoe bizar ook, voor Jeremiah en Lena is er eerst de hoognodige, een bed en warme douche.
Terwijl deze vreemde wezens even deernis lijken op te roepen komt er al snel helderheid: zij zijn geen lieverdjes. Exemplarisch is het mishandelen van dieren. Met het paard van Jeremiah gaan zij al wild om, maar een meeuw heeft minder geluk. Hij wordt met een spuitbus rood gespoten. (25-26) Hermann is deskundig scenarist, dus de meeuw speelt z’n rol tot het einde.
De toon is gezet. Hier is het niet pluis en niet veilig. Dus wil Jeremiah de volgende dag alweer weg. Maar omdat Lena het kind Winnie ontdekt, loopt dat gevaar. Want bepaalde info mag niet buiten de boot komen. Bijvoorbeeld dat haar vader aan de bevriezingsdood werd overgeleverd. Dan is bij Jeremiah voldoende zin in actie opgewekt: dit wordt donderen! ((29) De agressie neemt toe. Maar de Meester helpt met gevaar voor eigen leven. “Dat personage amuseerde zich in het begin ongetwijfeld met die onschadelijke kleine monsters, maar hij ziet zich plots overgeleverd aan wezens die demonisch blijken te zijn. Ze wilden hem als baas, maar als hij hen verraadt, hakken ze hem fijn. De oude goeroe wordt op een bepaalde manier de gevangene van de situatie. Dat kan ook gezien worden als een allegorie op de macht die je insluit. We zijn overgeleverd aan personen die we willen beschermen.” (Helden & Koeien)
Lena, Winnie en Jeremiah komen weer op de kade. Met het paard vervolgen zij hun tocht. En de dwergclown die hen achtervolgt, aarzelt om te schieten. Uiteindelijk is Winnie het kind dat leven verdient. “In deze waanzinnige, brutale en koude wereld is er ook nog affectie tussen Jeremiah en Lena en is er ook nog dat moment van tederheid waarbij de dwerg weigert te doden en sterft met de beschilderde meeuw op zijn hoofd. Er zijn zo van die kleine elementen die niet van essentieel belang zijn voor het verhaal, maar die wel draagkracht krijgen, zoals de scene waarin de dwerg een meeuw beschildert met een spuitbus.” (Helden & Koeien)
Patrick Dubuis schreef over dit album een analyse op de site van Hermann. Niet alleen wijst hij op het geweld van de verlorenen, maar ook op het kindbeeld: “Vaak hebben we een idyllisch beeld van de onschuld van kinderen. Maar in werkelijkheid is de wereld van kinderen een gereduceerd model van die van volwassenen met dezelfde gebreken, maar zonder de vernis van sociale conventies. Daarom zijn kinderen onschuldig, openhartig en naïef, maar soms ook heel wreed.” Winnie is dan de verbeelding van de naïeve onschuld die kinderen ook kunnen hebben. Ze gelooft dat haar ouders op reis zijn gegaan, terwijl de clowneske verschoppelingen hen hebben vermoord.
Echt een Hermann, dit album, door de inkleuring van Fraymont ook een heel fraaie.
Naar aanleiding van: Hermann, De winter van een clown. [z.p.] Dupuis, 1993. Oorspronkelijk verschenen onder de titel: Un hiver de clown, in 1983 bij Novedi/Dupuis. Inkleuring: Fraymont.