Het werd weer december. Traditiegetrouw zocht ik onze Kerstcd’s op. Zo stonden ze binnen handbereik bij de start van de adventstijd. Vaste zanger is voor ons Sting. Hij kwam in 2009 met het fraaie If on a winters night…, dat alleen al vanwege de coverfoto een prijs zou moeten krijgen. Ik werd dit jaar getroffen door Cherry Tree Carol – drie minuten troubadourzang van Sting, minimaal ondersteund door de gitaar. Wat is dit voor een prachtige lied, dat zoveel aandacht voor de tekst vraagt?
When Joseph was an old man, an old man was he
He courted Virgin Mary, the queen of Galilee
De bekende gedachte: Jozef was al een oude man toen hij Maria tot vrouw nam. De koningin van Galilea. Groots in een beperkte streek. Deze Jozef wist dat hij nog geen gemeenschap had gehad met haar. Hij was verloofd met een maagd.
When Joseph and Mary were walking one day
Here is apples and cherries so fair to behold
Then Mary spoke to Joseph so meek and so mild
“Oh, Joseph, gather me some cherries for I am with child”
Maria is zwanger. Tijdens een wandeling vraagt zij Jozef om een dienst. Laat hij appels en kersen voor haar plukken. De appel is, niet heel verrassend voor de Bijbellezer, in de kunst het symbool van de kennis van goed en kwaad. Christus zal degene zijn die ons mensen zal verlossen van de greep naar de kennis buiten God om. De kers is minder bekend. “De kers, ‘de vrucht van het paradijs’, de beloning van een deugdzaam leven, symboliseert de hemel,” aldus James Hall in zijn Iconografisch Handboek. (221-222)
Then Joseph flew in anger, in anger he flew
“Oh, let the father of the baby gather cherries for you”
Maar Jozef wordt nu boos. Hij is de vader van Maria’s kind niet. In de populaire beeldvorming is het Maria die met een andere man is vreemdgegaan. Laat deze man de zorg voor moeder en kind maar op zich nemen. “The Mary and Joseph of the Cherry Tree Carol,” schrijft Sting in het begeleidende tekstboek, “are attractively human in the way they respond to their unusual predicament. On their flight into Egypt, Mary now with child, asks her husband to gather cherries for her. With some anger, Joseph replies that the father of the baby should fetch her cherries, and not he. Such an honest emotional respons is refreshing.” (16)
Maar Jozef vergist zich – en wij met hem. Want er gebeurt iets wonderlijks.
So the cherry-tree bowed low down, low down to the ground
And Mary gathered cherries while Joseph stood down
Goddelijk ingrijpen dus. De boom zelf buigt zich voor Maria neer. Dat laat Jozef niet onberoerd. Hij komt tot inkeer en vraagt de Heer om vergeving. Toch weer van die appel gegeten. Goed dat Maria’s kind aanstaande is.
Then Joseph took Mary, all on his right knee
Crying, “Lord, have mercy for what I have done”
En zo kan hij verder. Wijzer en gelouterd. Het lied draait terug naar het begin.
When Joseph was an old man, an old man was he
He courted Virgin Mary, the queen of Galilee
Dit Kerstlied komt tot ons vanuit de traditie, één die ik niet kende. Tot mijn verrassing kom ik kort na Kerst een gedicht tegen dat precies dezelfde scene beschrijft. Jan Engelman (1900-1972) schreef het volgende:
De kersenboom
Wist gij wat Jozef overkwam
toen hij zijn zuivre huisvrouw nam:
Sint Jozef oud, Sint Jozef grijs,
die koos de Roos van ’t paradijs?
De avond vouwt de bloemen dicht
als hij Maria’s aangezicht
daar bij den vollen kerselaar
in vloeiend lichten wordt gewaar.
– Ziet gij den boom die kersen torst?
Ach Jozef pluk, ik heb zo’n dorst,
ik ben zo bijster en verward,
wijl ik een kind draag onder ’t hart.
Maar Jozef ziet van gramschap grauw.
Was hij niet kuis, was hij niet trouw?
En stromplend als een dwaas nabij:
– Gij weet, dit kind is niet van mij!
Toen sprak Hij die de wereld draagt
en opsprong in den schoot der Maagd:
– buig kersenboom, mijn moeder lief
heeft dorst en vraagt om uw gerief!
De boom boog neder tot den grond,
Maria at, haar rode mond
werd roder, wit ontdaan
verscheen de sikkel van de maan.
En bij dit vreemde zilverlicht
neemt Jozef nu haar schoon gezicht
in zijne handen, bevend, warm,
en trekt haar zacht in zijnen arm.
– Ik was wantrouwig en te slecht,
vergeef mijn drift, ik ben uw knecht
en doe u nimmer, nimmer pijn:
de voedstervader zal ik zijn.
Maria sprong op zijne knie,
wees hem de maan: – Sint Jozef, zie,
verwacht het Woord dat niet vergaat
wanneer haar sikkel eender staat.
‘t Zal Kerstmis zijn, de boom is dood,
ellende in de wereld groot
maar engelen zingen in de wind
en brengen kersen voor het Kind.
Naar aanleiding van: Sting, If on a winters night… Universal Music 2009.
James Hall, Hall’s Iconografisch handboek: Onderwerpen, symbolen en motieven in de beeldende kunst.8 Vertaald door Theo Veenhof. Onder redactie van en met aanvulling door Ilja Veldman en Leendert D. Couprie. Leiden: Primavera Pers, 2018. Oorspronkelijke titel: Dictionary of Subjects and Symbols in Art. London, John Murray Publishers, 1974, revised edition 1979.
Jan Engelman, ‘De kersenboom’ In: Maria: Een bloemlezing in gedichten, samengesteld door Guus Luijters, Amsterdam: Contact, 1993, 51-53. Overgenomen uit de Verzamelde Gedichten van Jan Engelboom, Amsterdam 1960.
Johannes Aloysius Antonius (Jan) Engelman was een Nederlands dichter, criticus en vertaler.
Hij is voornamelijk bekend is geworden vanwege dit gedicht:
Vera Janacopoulos, cantilene.
Ambrosia, wat vloeit mij aan?
uw schedelveld is koeler maan
en alle appels blozen
de klankgazelle die ik vond
hoe zoete zoele kindermond
van zeeschuim en van rozen
o muze in het morgenlicht
o minnares en slank gedicht
er is een god verscholen
violen vlagen op het mos
elysium, de vlinders los
en duizendjarig dolen
“De goddelijke bezieling leidt tot sublieme vervoering: overweldiging, (hemelse violen vlagen op het aardse mos), zaligwording (het elysium is het paradijs op aarde), ontrukking (de vlinders, symbolen van de ziel, maken zich los uit hun cocon) en ontgrenzing (duizendjarig dolen).” Paul Claes, Canon van de Nederlandse poëzie. Gent: PoëzieCentrum 2024, 322-323.