De prijs van geloven

De heer Lodewijk L. van Panhuizen heeft een merkwaardige hobby. Hij fotografeert runderen. Dat begon toen hij op een dag in 1961 een heel bijzondere koe zag. Hij kwam vanwege zijn werk – verkoop van melkmachines – veel op boerderijen. Op 16 november 1961 zag hij een koe met op haar linkerflank het profiel van Voltaire. Volstrekt precies. Eenmaal gealarmeerd zag hij steeds meer op koeienhuiden. De wereld ging voor hem open: een trompet, een buitenboordmotor, een reiger in zweefvlucht, het silhouet van de Alpen van Rätikon (gezien vanuit Feldkirch). Uit de veelheid ontstond een bijzondere selectie, de cartografie, afbeeldingen van kaarten op runderen. In de eerste categorie, de smetteloze afbeeldingen, heeft hij er vier verzameld. Maar juist vandaag is de foto gemaakt van het pronkjuweel: een wereldkaart in de Mercatorprojectie. Op een stier in Blankenham: “Het is de ultieme openbaring! Gods werkelijkheid is foutloos, smetteloos, volledig!” (30)

De heer Van Panhuizen figureert in het eerste verhaal van de bundel De god in de machine van Pieter Nouwen. Het is een briljant gegeven, passend in een geloofwaardige serie paradijsvogels. Onder ons leven immers vreemde types met curieuze hobby’s. Het verhaal wordt verteld vanuit een journalist die terugdenkt aan zijn jonge jaren. Hij ontmoette Van Panhuizen in verband met een artikel voor de krant over volautomatische melkmachines. Zo dor als deze man sprak over zijn beroep, zo vurig werd hij over zijn hobby. Het fotograferen van de runderen met afbeeldingen van de wereld bleek voor hem het zoeken naar de zekerheid dat de werkelijkheid van God is. “De runderen laten de waarheid zien. De weerspiegelde waarheid van de wereld.” De journalist is sceptisch. Maar tegelijk gefascineerd. Hij moet toegeven dat foto’s frappante afdrukken van kaarten laten zien.

Pieter Nouwen bundelde in 1991 vijf verhalen. Hij gaf als ondertitel mee: Vijf hoofdstukken uit de geschiedenis van twijfel en overtuiging. Het eerste verhaal is, net als de overige, filosofisch geladen: Wittgenstein en de taalfilosofie zijn voor Van Panhuizen en de journalist gesneden koek. De foto van de stier uit Blankenham zet de journalist aan tot twijfel aan zijn eigen scepsis. Wie God verwerpt en eerlijk is moet alles en iedereen wantrouwen. De gelovige mag daarentegen als een kind wonen in het vertrouwen op de volheid van Gods orde. “Maar daarvoor moet een prijs worden betaald: het bewust en daarom nederig aanvaarden van reeksen paradoxen, die vaak botsen met de ketens redeneringen die we in een moment van menselijke overschatting ‘weten’ hebben genoemd.” (34)

Als hij dan nog een keer de onwaarschijnlijke filmstrook wil bekijken, voltrekt zich een kleine ramp. Het is de tijd voor de digitale fotografie. De opname  begint te vervagen en wordt uiteindelijk zwart. De enige oplossing is de stier opnieuw te fotograferen. Maar juist die dag is het beest afgevoerd naar het slachthuis in Kampen.
De heer Van Panhuizen overleeft het niet.
En zo is de zekerheid van het geloof treffend getekend. Menselijke ervaringen met God zijn er te over. Maar de vraag is of zij overdraagbaar zijn. “Aangezien er geen goede argumenten zijn tegen het bestaan van God,” schrijven Stefan Paas en Rik Peels in God bewijzen, “en omdat deze getuigenissen in heel wat gevallen worden gegeven voor goed functionerende en betrouwbare mensen, hebben we geen enkele reden om te denken dat ze onjuist of onbetrouwbaar zijn. Dus hebben we goede reden om te denken dat sommige mensen God daadwerkelijk ervaren hebben.” (301) Akkoord, maar als God de ervaring niet met iedereen deelt? Als er nu eens veel ervaringen van zijn afwezigheid zijn? Dan heeft de journalist van Nouwen gelijk: er moet een prijs worden betaald voor geloven.

Het verhaal van Nouwen bracht me tot de gedachte dat prijs van geloven nog hoger is dan het aanvaarden van een reeks paradoxen. Het is de prijs van overgave aan de ‘volstrekt bovennatuurlijke, zeer krachtige en tegelijk zeer liefdevolle, wonderbare, verborgen en onuitsprekelijke werking’ van de Geest van Jezus Christus (Dordtse Leerregels III/IV, artikel 12). De Heer liet zich kruisigen om dat mogelijk te maken: “Maar omdat God zo barmhartig is, omdat de liefde die hij voor ons heeft opgevat zo groot is, heeft hij ons, die dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt.” (Efeze 2,4-5) Samen met Christus leven, dat geeft reden om verassingen te verwachten. De journalist woonde de begrafenis van Lodewijk L. van Panhuizen bij. Hij sluit zijn verhaal af met een wonderlijke ervaring: “Jaren later, tijdens een reis door Andalusië, bezocht ik een stierenfokkerij en onder de feestelijke lentezon stoeide een prachtig beest, getekend met de Vogelkop van L.L. van Panhuizen. Ongetwijfeld eerste categorie. De eigenaar van de granadería noemde hem zijn beste stier.” (38)


Naar aanleiding van: Pieter Nouwen, “De Mercator van Blankenham.” In: De god in de machine. Vijf hoofdstukken uit de geschiedenis van twijfel en overtuiging. Amsterdam: Thoth, 1991, 7-38.
Stefan Paas en Rik Peels, God bewijzen: Argumenten voor en tegen geloven.2 Amsterdam: Balans, 2013.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *