Een kus voor je sterft

Ira Levin schreef in 1953 een ijzersterke thriller. Ik heb het verhaal herlezen en het bleek opnieuw een pageturner te zijn. Hoe ging het ook alweer met de drie dochters van Leo Kingship? Na ruim twintig jaar was ik veel van de plot vergeten en dat hielp natuurlijk. Maar ontegenzeggelijk weet Levin mij weer krachtig mee te zuigen. Het sterke is dat hij de drie zussen elk een eigen deel geeft in het verhaal: Dorothy, Ellen en Marion. Ongemerkt houdt hij de naam van de gewetenloze jongen Bud Corliss verborgen te houden tot je in het middendeel vermoedens begint te krijgen.

Het is een zo hier een daar onwaarschijnlijk hebzuchtmotief dat Bud ertoe drijft om de zussen een voor een te veroveren. Hij droomt ervan dat hij als schoonzoon van de magnaat-ondernemer Kingship de rijkdommen in bereik zal krijgen. Hij is geslepen en weet verdachte moves te verbergen. Dat alles als resultaat van een huiselijke gebrekkigheid (alleenstaande moeder), samen met een solitaire houding in de jeugd en een traumatische ervaring in het leger. Deze mix van opvoeding en ontwikkeling maakt hem de moordenaar van Dorothy en Ellen (en Dwight Powell). Voeg daarbij ook nog de behoefte aan erkenning en je begint het bijna geloofwaardig te vinden: “Hij had daarom gretig uitgekeken naar de dag, waarop hij haar kon voorstellen aan Marion en haar vader, en aan de pracht en praal van Kingships appartementen, wetend dat zij in het licht van het komende huwelijk met door ontzag opengesperde ogen elke ingelegde tafel en flonkerende kandelaar zou beschouwen als een bewijs, niet van de capaciteiten van Kingship, maar van hemzelf.” (211-212)

In dat licht is ook de slotzin treffend gevonden: ‘Waar is Bud?’ vraagt ze als Marion en Gant Gordon terugkeren in het huis van vader Kingship en de moeder van Bud daar aantreffen. Bud heeft zijn verdiende loon gekregen, geheel in stijl met de eerste moord, op Dorothy. Waar hij gepoogd heeft om haar dood op zelfmoord te laten lijken, is er nu alle gelegenheid voor de Kingships om zijn dood te laten voorkomen als bedrijfsongeval.

Nu ik in 2021 de Nederlandse vertaling gebruik (in een editie van 1994) valt me op dat er ongedwongen wordt gesproken over de neger liftjongen. (129 en 140) Men rookt ook maar aan, het is nergens een onderwerp van schuld of schaamte in de geringste vorm. En ook neemt Remco Campert – toch niet de minste onder de gebruikers van het Nederlands – zonder pardon het woord ‘koen’ op in de serie van vermetel, briljant en onverschrokken stoutmoedig. (172) Het is zo snel gedateerd allemaal, ik sta er toch lichtelijk verbaasd bij te kijken. De waardenschaal verschuift en de taal verraadt het. Gelukkig bevestigt deze gedateerde thriller dat het kwaad niet ongestraft blijft – ook al schiet het officiële recherche- en opsporingsapparaat schromelijk tekort.


Naar aanleiding van: Ira Levin, Een kus voor je sterft. Utrecht, Bruna 1994 (tweede druk). Vertaald door Remco Campert uit het Engels: A Kiss before Dying, 1953.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *