Welkom mijn zoon, welkom bij de machine
De tweede tekst van Wish You Were Here klinkt geruststellend. De toon is vaderlijk (‘my son’) en gastvrij. Maar het is een welkom in de machine. Heel rustgevend? Toch niet.
Waar ben je geweest?
Het is goed, we weten waar je geweest bent
De vraag is slechts voor de conversatie. De machine weet waar je was. Grote Broer, dat is de machine voor wie je werkt. Hij weet waar je geweest bent. Er is geen ruimte voor gesprek. Je kunt hooguit invullen wat je zou antwoorden. De machine geeft om zichzelf, niet om jou. Of: de machine houdt je in de gaten, om zichzelf.
Je bent in de pijpleiding geweest, de tijd ingevuld,
voorzien van speelgoed en “Scouting voor jongens”
nam je Je gitaar mee om je ma te straffen
je hield niet van school
en je weet dat je niet laat bedotten
Dus welkom bij de machine
Wish You Were Here gaat over het leven als ster. Pink Floyd verwijst naar alle verwachting naar het leven in de rockscene. Maar je kunt haar naar alle kanten uitbreiden: de tv- of filmwereld, de bank- of zakenwereld. Eenmaal in de grote geldmachine is je levensloop de pijplijn naar het bestaan als onderdeel van het systeem dat jou tot product maakt. Syd Barrret moest als afval worden geloosd door de band. De groep kon de ontspoorde gitarist niet meer gebruiken. Het gitaartalent brak ooit los van thuis. Hij paste niet in de sociale leerorde. Dat wordt gevierd met de waardering: you are nobody’s fool. Jaja, totdat je in de muziekmachine wordt opgenomen, en de gek bent van de business. En er gek van wordt.
Welkom mijn zoon, welkom bij de machine
Wat heb je gedroomd?
Het is goed, we zeiden je wat je moest dromen
Je droomde van een grote ster
Hij speelde virtuoos gitaar
Hij at altijd in de Steak Bar
Hij hield ervan om te rijden in zijn Jaguar
Dus welkom bij de machine
Het jetsetleven van de ster is het loon naar werken. Dat het buitenkant is die snel vergaat, dat zeggen de Machinebazen er niet bij. Dat hoeft ook niet. Want de illusie is sterk en de bevrediging komt snel. De doom komt uit. Lekker eten en pronken met dure auto’s, dat is zo ongeveer wat jij overhoudt aan de transactie waarbij de machine jou heeft leeggezogen.
Naar aanleiding van: Pink Floyd, ‘Welcome to the Machine’: CD Wish You Were Here. 1975
Toby Manning, The Rough Guide to Pink Floyd: The Story, The Songs, The Sound. London, Penguin, 2006.
Welcome my son
Welcome to the machine
Where have you been?
It’s alright we know where you’ve been
You’ve been in the pipeline
Filling in time
Provided with toys and scouting for boys
You brought a guitar to punish your ma
And you didn’t like school
And you know you’re nobody’s fool
So welcome to the machine
Welcome my son
Welcome to the machine
What did you dream?
It’s alright we told you what to dream
You dreamed of a big star
He played a mean guitar
He always ate in the Steak Bar
He loved to drive in his Jaguar
So welcome to the machine
Gilmour’s echoing throb renders the machine concept musical (and provides the song rythmic backbone) while sounding for all the world like a giant fan oven, complete with buzzing timer. Fitting across the stereo spectrum between Wright’s steely electronic sound-washes, Gilmour’s acoustic guitar acts as vulnerable human, contrast. (Manning, 206)
Het galmende geklop van Gilmour maakt het concept van de machine muzikaal (en zorgt voor de ritmische ruggengraat van het nummer) terwijl het voor de hele wereld klinkt als een gigantische heteluchtoven, compleet met zoemende timer. Passend in het stereospectrum tussen Wright’s stalen elektronische sound-washes, fungeert Gilmour’s akoestische gitaar als een kwetsbaar menselijk contrast.