Zomervakantie 2024, we willen weer naar Frankrijk. Ik bereid me voor en pak het mooie boek van Margot Dijkgraaf erbij: Lezen in Frankrijk: een literaire tour de France. Zij heeft een mooie serie hoofdstukken geschreven over Franse auteurs. Zij is op pad gegaan om de woonplaats, de straat en waar mogelijk het huis te bekijken waar de bekende schrijvers vandaan gekomen zijn. Patrick Mondiano, Michel Houellebecq, Jean Echenoz behoren dat de selectie. En ook Annie Ernaux (* 1940). Vaag had ik van haar gehoord. Nadat ik Dijkgraaf’s hoofdstuk over haar gelezen had, bestelde ik Meisjesherinneringen.
Het boek gaat over een diep ingrijpende jeugdervaring uit 1958, maar is intussen een laat werk in haar oeuvre, gepubliceerd in 2016. Dijkgraaf: “Heel lang was Ernaux van plan te schrijven over ‘het meisje van 1958’, ze schrijft zelfs dat ze bang was te zullen sterven zonder het te hebben geschreven. Ernaux vertelt dat het ‘echt het punt is waarop alles bij elkaar komt, een fundamentele ervaring. En dan bedoel ik niet alleen een seksuele. Het gaat over een gewelddadige confrontatie met een kleine gemeenschap. En over de ervaring van schaamte die erop volgt.’” (201 – 202). De kleine gemeenschap is die van het stadje Yvetot. Een gemeente in het departement Seine-Maritime, rond de tienduizend inwoners, schrijft Wikipedia. “Haar ouders dreven er een café-épicerie, waarover ze in haar werk vaak schrijft.” (Dijkgraaf, 193)
Annie gaat mee als leidster bij een vakantiekolonie. Zij is nog jong, rond de 18, en volstrekt onervaren in de omgang met leeftijdgenoten, vooral die van het andere geslacht. Maar wel met een strikte katholieke moraal opgevoed. Zo’n kolonie is dan de plek om onder het toezicht van ouders vandaan te komen. Te ontdekken. Goed en kwaad. En… het kwaad geschiedt. Al vrij snel neemt de oudere leider H. het initiatief om met haar te vrijen en overweldigt haar. (46) Ik zou zeggen verkrachting, maar dat is nu precies het ingewikkelde. (125) Vanuit het perspectief van het jonge meisje ontstaat er een mix van schaamte, schuld, onbegrip en blokkade die jarenlang heeft doorgewerkt. Dat Ernaux ruim zeventig jaar moest worden om dit te gaan beschrijven, tekent de intensiteit van het trauma. Daarom is het boek een vaak een verkennend onderzoek op afstand, observerend, met passages als: “Ik zie haar aankomen in de vakantiekolonie als een merrieveulen dat uit de omheining is gebroken, voor het eerst alleen en vrij, een beetje bang. Hevig verlangend naar de ontmoeting met haar gelijken, degenen die ze zich als haar gelijken voorstelt. Die haar zullen erkennen als hun gelijke.” (28)
Dat het zo misloopt is te triest voor woorden. Het heeft haar gebonden naar H. Hij heeft haar meegesleept in zijn begeerte. Zo ging hij het jonge meisje beheersen, ook toen hij niet meer in haar nabijheid was. Door erover te schrijven probeert zij zich los te maken van de herinneringen. Maar er is ook het verlangen de ander terug te raken. Hard te raken. “Tenzij het, nu ik er langer over nadenk, gaat om het perverse verlangen me te vergewissen van hun bestaan zodat ik hun goede naam op het spel kan zetten in de onthullingen waartoe ik me opmaak, zodat ik hun Laatste Oordeel kan zijn.” (39) Dat klinkt niet mis. Het Laatste Oordeel. De christelijke traditie schrijft het toe aan Jezus Christus. Je kunt in elk geval aannemen dat Hij weet wat het is om miskent en misbruikt te worden. Bovendien staat Hij bekend als rechtvaardig. Geen zorgen, Annie. Maar ja, intussen moet de jonge vrouw een leven lang met herinneringen dealen.
De grote schrijfster sluit dit intense boek af met de volgende alinea: “Nu al vervaagt de herinnering aan wat ik heb geschreven. Ik weet niet wat dit voor tekst is. Zelfs waar ik op uit was toen ik het boek schreef, is vervluchtigd. In mijn papieren vonden ik een soort intentieverklaring terug: De kloof verkennen tussen de verbijsterende werkelijkheid van wat je overkomt op het moment dat het je overkomt, en de vreemde onwerkelijkheid waarin, jaren later, wat je is overkomen zich tooit.” (173) Wat een goede observatie: de werkelijkheid die je overkomen is bestaat niet meer. Wel de kleding waarin de herinneringen zich melden. Annie Ernaux toont ons hoe je dat uiterlijk kan beschrijven en van z’n drukkende impact kan ontdoen. Een diepe buiging. Verschillende episoden uit de jaren na 1958 laten ons als lezers voelen hoe moeilijk het is geweest. Om jezelf te zijn. Niet te weten wie je bent. Het eerste motto voorin het boek luidt, heel treffend: “I know it sounds absurd but please tell me who I am.” Ik herkende het direct: ‘Logical Song’ van Supertramp van het album Breakfast in America, uit 1979. De Engelse versie, zeg maar, van ‘Is dit nu later?’ van Stef Bos. En als je het zo bekijkt, is het thema van Meisjesherinneringen van veel meer mensen – bedacht ik op de camping in Frankrijk 2024.
Naar aanleiding van: Annie Ernaux, Meisjesherinneringen.6 Amsterdam: Arbeiderspers, 2022. Vertaald uit het Frans door Rokus Hofstede. Oorspronkelijke titel Mémoire de fille, verschenen bij Editions Gallimard in Parijs, 2016.
Margot Dijkgraaf, ‘Annie Ernaux: Yvetot’ in : idem, Lezen in Frankrijk: een literaire tour de France. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2018, 191 – 203.
Voor een Engelstalige website over haar persoon en werk, klik hier.
Hier is de volledige tekst van Supertramps’ Logical Song:
When I was young, it seemed that life was so wonderful
A miracle, oh it was beautiful, magical
And all the birds in the trees, well they’d be singing so happily
Oh joyfully, playfully watching me
But then they send me away to teach me how to be sensible
Logical, oh responsible, practical
And they showed me a world where I could be so dependable
Oh clinical, oh intellectual, cynical
There are times when all the world’s asleep
The questions run too deep
For such a simple man
Won’t you please, please tell me what we’ve learned
I know it sounds absurd
Please tell me who I am
I said, watch what you say or they’ll be calling you a radical
Liberal, oh fanatical, criminal
Won’t you sign up your name, we’d like to feel you’re acceptable
Respectable, oh presentable, a vegetable
Oh, take it take it yeah
But at night, when all the world’s asleep
The questions run so deep
For such a simple man
Won’t you please tell me what we’ve learned
I know it sounds absurd
Please tell me who I am, who I am, who I am, who I am
‘Cause I was feeling so logical
D-d-digital
One, two, three, five
Oh, oh, oh, oh
It’s getting unbelievable