Ik ken Rob van Essen (1963) niet als romancier. Maar hij is meer dan een gelauwerd. Zo won hij in 2019 de Libris Literatuurprijs voor De goede zoon uit. Nu debuteert hij als dichter met Alleen de warme dagen waren echt. Ik keek wat rond bij de afdeling poëzie in Waanders in de Broere (ik kan nog slecht wennen aan de nieuwe eigenraar: Van der Velde Boeken Zwolle). “Op begrafenissen en bij maasverduisteringen zijn mensen op hun best” Dat was een zin die mij bij doorbladeren van de bundel direct opviel. Thuis begon ik de vers aangeschafte bundel te lezen en het openingsgedicht is dit:
Alles was geschreven
alles was geschreven en er daalde
een grote rust neer op de wereld
achter hun bureau vergingen schrijvers
langzaam tot stof dat door achteloze voeten
van huisgenoten over vloeren werd verspreid
en later over straat
met regens stroomde het
via roosters de riolen binnen
waar je soms nog ’s nachts
als je goed luistert niets kan horen
Wat mij erg aanspreekt is de eenvoud bij eerste lezing. Hoewel hoofdletters en leestekens ontbreken, ontrolt zich een herkenbaar verhaaltje in drie strofen.
De eerste strofe zet een weldadige situatie neer. De rust, niet alleen in je eigen woonkamer maar in heel de wereld, is het gevolg van ‘alles wat geschreven is’. Dat een schrijver zo begint, nou ja, vooruit, hij heeft in zoverre een punt dat het woord een grote kracht heeft uitgeoefend in de wereldgeschiedenis. Religieuze tradities beginnen vrijwel alle met een klank, een woord, om niet te zeggen het Woord. Dat er uiteindelijk rust van komt, dat is een stelling lijkt me, een mening, geen feit. Tenminste tot op heden. Alles is misschien toch nog niet geschreven.
De tweede strofe zoomt in op de verspreiding van wat van overleden schrijvers over is. De creatieve breinen achter de teksten zijn vergaan. Dust to dust, ashes to ashes en, precies gelezen, is het volgens de dichter zo dat de schrijvers zelf verspreid zijn. Hun stof ging mee op de voeten van de huisgenoten. Wat in de kamer geschreven werd, ging zo de hele wereld over.
Totdat er andere krachten dan die van de mens betrokken raken. De regen, het vehikel naar de riolen. Daar lozen wij afval. Het onbruikbare komt daar terecht en vloeit weg, naar het oneindige. Als je bij het eindpunt gaat luisteren is er niets meer te horen. De teksten van de schrijvers zijn uitgewerkt. Zelfs bij goed luisteren komt er niet. Dus dat verklaart de rust uit regel 2.
Uitgewerkte teksten zijn er veel. Ook van romanciers en dichters. Zo bezien is het werkzaam blijven van oeroude teksten een wit wonder.
Naar aanleiding van: Rob van Essen, ‘Alles was geschreven’ In: idem, Alleen de warme dagen waren echt. Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact, 2022, 7. Het gedicht dat opent met de zin over de mens op z’n best (Zon en maan, 43)valt in de loop van het vers toch tegen. Eer serie voorbeelden toont aan dat we maar heel kort de ander als lotgenoot herkennen en hoe we dat vertellen aan de nieuwe generatie. Goede start en toch niet… dat heb ik bij meer gedichten van dit debuut.