Martha gevonden

Aan het slot van deel 1 betreden Jeremiah en Kurdy het gebied van de Red Nation. De dictatoriale potentaat in de post-apocalyptische wereld is door zijn eigen roofvogels gedood en nu staan Jeremiah en Kurdy bij de grens: “Red Nation Land. Keep out. We shoot all intruders.” De urgentie is te hoog: Jeremiah is op zoek naar zijn familie en dus nemen zij het risico. De Native Americans (Red Nation!) vormen een leger en laten voortvluchtigen niet zomaar gaan. Nu was er naar verluidt toch iemand ontsnapt en terecht gekomen in Lerbin’s Gate. (4-5) Tegen de tijd dat zij ontdekken dat de man dood is (13-14) hebben zij ook kennis gemaakt met de hoogst merkwaardige heer Pinkas L.C. Khobb en zijn nog uitzonderlijker reisgenoot Idiamh. De laatste is een acrobaat van uitzonderlijke klasse (12-13) maar houdt zich continu verborgen in een hoodie. Later blijkt dat dat niet voor niets is. Hij heeft de ‘ogen van gloeiend ijzer’ (43-44) die een laserachtige straal uitzenden met mogelijk dodelijke gevolgen. Aan het slot zien we hoe deze te magische figuren heulen met de vijand en dan is het zaak uit handen van onze helden te blijven…

Jeremiah en Kurdy wagen zich steeds verder in godverlaten land en moeten het opnemen tegen de Red Nation-milities. Dezen zijn ook op zoek naar een aantal vluchtelingen, onder wie een kind, een zwarte man en een vermoeide, verwaarloosde vrouw. Zij is Martha en zo vindt de hereniging met Jeremiah plaats op een moment dat het lijkt dat juist zij niet meer gered kan worden. (36) Eén van de Indianen doorbreekt de vijandschap en voorkomt dat zijn collega haar doodt. Er is nog menselijkheid over in de wetteloze wereld waarin de ons bekende instituties weggevallen zijn en het recht van de sterkste geldt. “Deze wereld werkt goede relaties niet in de hand,” (34) zegt de zwarte die met Kurdy in gevecht dreigt te komen. Gevoel voor understatement, zullen we maar zeggen. Daar hebben we een leidmotief van deze serie en haar geestelijke vader.

Op de website van Hermann geeft ene Benedict Arellano een uitgebreide en interessante bespreking van dit album. Het valt hem op dat wij als lezers zonder veel introductie in het verhaal ondergedompeld worden. We worden geacht het voorwerk te kennen. En let dan op de persoonlijkheden: “…dit vierde deel opent met een Jeremia in een erbarmelijke toestand waar een Kurdy, die nog steeds zo verbijsterd is door de ridderlijke neigingen van zijn vriend, op de een of andere manier voor moet zorgen …” Maar even later is Kurdy zo vriendelijk niet: “Aan het begin van een scène, wanneer Jeremiah en Kurdy worstelen om twee nieuwe voortvluchtigen te redden uit de kampen van de nieuwe Red Nation, blijkt een van de twee ontsnapte personen een zwarte man te zijn. Kurdy’s gelaatstrekken verstarren dan in een hatelijke grijns en hij grijpt een steen, vastbesloten om de schedel te breken van deze man die hij zojuist heeft gered. (33-34) We wisten dat Kurdy snel zijn huid wist te redden, zelfs de minst respectabele, maar niet dat hij in staat is tot dergelijk ongecontroleerd geweld en dat hij geconditioneerd is door racistische reflexen.” Het is de eerste zwarte die wij zien in deze serie, noteert Arellano heel puntig. Gaat dit terugkomen in de serie om het Amerika van de scheidingen ter discussie te stellen? “Red Nation bestaat uit Indianen die in dit post-apocalyptische Amerika de ideale voedingsbodem hebben gevonden voor een herovering van hun rechten die te lang door het blanke Amerika met voeten is getreden. … Maar hier gaat het niet om directe tegenstellingen tussen de blanken en de indianen, de eersten die weinig geneigd zijn om met hen op te trekken, maar om een ​​splitsing binnen de Rode Natie zelf. Sommige Indianen kiezen ervoor om bij te dragen aan de ontsnapping van gevangenen, wat leidt tot enige wanorde in hun gelederen. Martha profiteerde van deze door de hemel gezonden hulp, waardoor ze kon hopen deze hel te verlaten. Het grootste deel van het verhaal speelt zich dan ook af in woestijngebieden, wat door een oordeelkundig gebruik van kleuren (het is niet ongebruikelijk dat de beeldvakken geheel overwegend geel of oker zijn) het onherbergzame aspect versterkt.”


Naar aanleiding van: Hermann, Ogen van gloeiend ijzer. [z.p.], Dupuis, 1993. Oorspronkelijke titel: Les yeux de fer rouge, 1980. Inkleuring: Fraymond.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *