De Zilverreigers
In jassen van sneeuw met veren van sneeuw
en een bek van blauwe jade,
groepsgewijs loerend op kleine visjes
wordt hun beeld weerkaatst in de beek –
verschrikt opgevlogen, gaat hun schaduw
ver over de groene bergen
en een boomvol perebloesem
valt in de avondwind.
Du Mu
De kleine zilverreiger heeft een zwarte bek. Daarmee onderscheidt hij zich van de grote, die een gele of geeloranje bek heeft. Op de witte veren van een groep kleine zilverreigers is een pak sneeuw gevallen. Dat creëert een sterkt contrast met de bek. De bek is volgens Du Mu van blauwe jade, een edelsteen van hoge waarde, typisch Chinees. Deze edele bek zal gebruikt worden door het verschalken van visjes. De reigers waden door water op zoek naar voedsel, de lange spits toelopende bek is het wapen. Zij loeren, zij moeten geduld hebben om de vissen te vangen. In de stilte wachten. Het beeld van de reigers verstilt en krijgt het weerkaatsing in het water van de beek.
Hoe kun je in vier regels een Chinees stilleven oproepen?
Zo dus.
Na het eindstreepje aan het slot van regel 4 is het met de rust gedaan. Verschrikt opgevlogen… In de vertaling mooi gebruik van het metrum: jambe met accent op …ikt en dan direct daarop het accentvolle op in opgevlogen. Direct daarna krijgt de zin weer een verlengend effect, de gang er in zoals ook hun schaduw een beweging maakt en de groene bergen overgaat. Ineens een volgend seizoen, van de winter naar de groene lente. De perenboom staat in bloei. Zij trekken over, de zilverreigers, misschien trekken zij weg, in ieder geval hun vlucht is een overvlucht over de bergen en de vruchtbomen en als hun schaduw over de bergen gaat volgt er een avondwind op die de bloesems van de perenboom laat vallen. Dan is het ondertussen april.
Is de sneeuw van de opening een opvallend verschijnsel, juist in april? Waar komt die schrik vandaan? Is de zilverreiger nu prooi? De vogel was samen met de vissen te water, en van een vis schrikt de reiger niet op. Wat veroorzaakt de snelle vlucht? Is de bijkomende schaduw het effect van het verstoren van de stilte? De groene bergen, de aarde van de mens die dit bekijkt, liggen door de abrupte schrik in het duister. De bloesem valt af. Dan is de bloei alweer bijna ten einde, de bloembladeren komen los te zitten. Het vruchtbeginsel moet nu de kans en de tijd krijgen om te gaan ontwikkelen tot de vruchten waarvan mensen leven en genieten. Maar dat alleen omdat er jagers en prooien zijn.
Wat ben jij, jager of prooi? Dat hangt er maar vanaf.
Du Mu heeft gelijk.
Naar aanleiding van: Du Mu, ‘De Zilverreigers,’ in: Honderd Chinese gedichten, van 400 tot 1400. (Samenstelling en vertaling Daan Bronkhorst, voorwoord Lloyd Haft). Baarn: De Prom, 1985, 81. “Du Mu (803 – 852) kwam uit een zeer aanzienlijke familie die al eerder literaten had voortgebracht. … Hij volgde aanvankelijk een niet onsuccesvolle ambtelijke carrière, maar gaf die op om voor zijn plezier te gaan leven. … Zijn gedichten vertonen een sterke voorkeur voor het esthetische.” (134).