Marktmystiek
De markt is op zondag het mooist.
Verlaten de straat, verdwenen
de kramen, de koopwaar, het leven
dat druist en vertiert. Een spreeuw
heeft hier niets te zoeken, ook de fietser
die een leegte in rijdt weet afwezig
wat zich hier dagelijks voltrekt.
Missen is echt het bewijs van zijn.
Een markt die klinkt diep in de oren.
Ton van Deel, Boven de koude steen, 21
Raar is dat, een plein, een straat, een plek kan per dag anders aanvoelen. Zaterdags lijken de mensen anders door de stad te fietsen dan op woensdag. De badkamer in eigen huis voelt in het weekend anders aan dan door de week. Of ligt het gewoon aan mij, dat ik op zondagmorgen anders sta te scheren omdat ik straks moet werken?
Op zaterdag doorkruis ik de markt. Meestal hoef ik niets, maar op de een of andere manier houd ik er rekening mee dat ik aangesproken kan worden. Tegen het einde van de dag worden de aanbiedingen groter: vijf bossen voor een euro! Ik ruik vers gebrande cashewnoten en moet toch even bewust ja of nee zeggen tegen mezelf. Ik ben op weg naar de stripwinkel even verderop. Daar zeg ik straks goedemiddag tegen de eigenaar.
‘s Zondags hijs ik me na het scheren in het pak. De herfst nadert, nog een paar keer kies ik voor lichte kleuren en vrolijke hemden. Ik kreeg een prachtig Avocadoshirt van mijn kinderen op Vaderdag. Een paar keer aangedaan naar de kerk. Grappig. Mensen hebben daarover iets te melden. Ik heb ook iets te melden op zondag. Altijd lastig: hoe doe je dat, als voorganger – in een Avocado-overhemd? “De bedoeling is niet dat we (in plaats van God) de voorganger ontmoeten, maar dat de voorganger met woord en gebaar ruimte maakt voor de ontmoeting met God.” (Gerrit de Kruijf).
Intussen is buiten de markt leeg. Een enkele spreeuw strijkt neer. Daar gaat de fietser. Hij glimlacht. Gisteren kon hij hier met de fiets niet komen. Aan de rand moest hij hem achterlaten. De markt is om te slenteren. Anders kan je niet aangesproken worden. Op zondag is er leegte. Daarin kan je fietsen.
Normaal is het plein vol. Normaal komt een spreeuw bij de mensen wat van z’n gading zoeken. Normaal is dat je aanspreekbaar bent. Zijn. Dat klinkt in je oren. Diep zelfs. De leegte mist iets. “Missen is het bewijs van zijn.” De leegte is niet-zijn.
Wat maakt nu toch dat je de markt op zondag het mooist vindt?
Waarom is stilte soms zoveel verkieslijker dan geluid?
Naar aanleiding van: Ton van Deel, Boven de koude steen. Amsterdam: Querido 2007.
Gerrit de Kruijf, Ethiek onderweg: Acht adviezen. Zoetermeer: Meinema, 2008.