Mens erger je niet

Mens-erger-je-niet speelden wij. Mijn pionnen
en die van mijn broer en mijn zus lagen ver voor
op grootmoeder toen zij de bewuste scheet liet.

Mijn broer keek mij geërgerd aan, zonder reden,
mijn zus riep iets onverstaanbaars richting mijn broer
en grootmoeder glimlachte naar mij.

In een punt des tijds stonden de pionnen
er heel anders voor. Grootmoeder
won de partij en ik werd tweede.

Ik lig er soms nog wakker van.

De buis barstte

De buis barstte in Harbin.
Honderd ton benzeen verdween. Zo de Songhua in.
Niets aan de hand, naar het scheen, het mengde zich,
vloeide na een aantal dagen onzichtbaar langs Wujiazhan.

Toen de heer Wu uit Wujiazhan de klap vernam,
met in zijn hand een tas vol verse vis voor zijn gezin,
bleek het mengsel er al doorheen, de stroom achterna
tot in de Rode Zee. En die week niet uiteen.

De kust ziet toe

     1

De kust ziet toe. De geulen in de buitendelta
van het zeegat wandelen van west naar oost,
verzanden in een kleine eeuw van golven

tussen de platen in de buitendelta van het zeegat,
wandelen van west naar oost, verstromen in een kleine eeuw
van eb en vloed. De buitenbanken rusten en wachten

op het eerste licht onder een open hemel.

     2

De geulen in de buitendelta van het zeegat
wandelen van west naar oost, verzanden
in een kleine eeuw van drijven tussen de platen

in de buitendelta van het zeegat, wandelen
van west naar oost, verstromen in een kleine eeuw
van eb en vloed, je kunt er staan en uren lopen

als dat moet. De buitenbanken rusten.
Wachten, en de kust ziet toe.

Nadat de Heer

Voor André en Margriet

Nadat de Heer in het rijpe korenveld
zijn leerlingen het aren plukken toestond,
boog Hij, zo wordt voor waar verteld,
dichtbij de waterkant voorzichtig
naar de grond.

Kijk, een margriet. Hij wees haar aan
en haalde teer zijn vingers langs haar bloem.
Andreas heeft Hem toen niet misverstaan,
hij hoorde fluisteren: Te Deum Laudamus.