“Op 31 maart 1282 kwamen de Sicilianen in opstand tegen de bezetter. Het daarop volgende bloedbad ging de geschiedenis in als de ‘Siciliaanse Vespers.” (46) Met deze tekst sluit Hermann het album Assunta af. Onder de algemene titel Schemerwoude zet hij de serie over Aymar van Schemerwoude voort. De tien delen Torens van Schemerwoude (1984-1994) speelden aan het slot van de 10e eeuw – zonder heel precies te zijn. Met Assunta komen in de zomer van 1281 terecht en eindigen we in februari-maart 1282. Aymar, de nazaat van de grote Aymar, vecht met de koning van Anjou tegen de Siciliaanse opstandelingen. “Karel [van Anjou],” zo lees ik op wikipedia, “had in 1282 een grote vloot klaar voor een expeditie tegen Byzantium, toen in maart de opstand uitbrak. Aanleiding was de belediging door een Franse officier van een Siciliaanse vrouw. Deze was op weg naar de avonddienst (de vespers) in de kerk Santo Spirito te Palermo en werd door de officier gefouilleerd op verboden wapenbezit. Dit ontaardde in een publiek schandaal. In de kerk werd de officier neergestoken, wat het sein gaf tot een algemene moordaanval op al wat Frans (Provençaals) was. Iedereen die het woord “cicero” niet correct kon uitspreken ging eraan. Er vielen veel slachtoffers.”
Assunta Di Mancuso is de begeerde geliefde voor de jonge Aymar, maar de eigenlijke vrouwelijke hoofdrol is voor Concetta. In Helden en Koeien geeft Hermann een toelichting: “Een karaktertje, een personage dat voor de revolutie koos net voor de Siciliaanse Vespers want ze was de minnares van een Franse ridder. Zij was Siciliaanse en beetje bij beetje werd Concetta de arrogantie en de brutaliteit van haar geliefde gewaar. Ze werd zich bewust van het misprijzen, op het racistische af, dat hij voelde voor de lokale bevolking. Door het totale gebrek aan respect, tegenover het lijden van haar volk, sloeg haar liefde voor de Franse ridder om in haat. Concetta werd zich bewust van haar eigen identiteit. Deze psychologische evolutie van het personage ligt aan de basis van dit album.”
Aan de oppervlakte van het verhaal zien we vooral hoe de jonge Aymar de menselijke kwaliteiten heeft van zijn voorvader. Hij is mild en openhartig (14), moedig maar kent ook de menselijke maat (39), en natuurlijk verliefd op de schoonheid uit Palermo. Daartegenover staat ridder Englierrand. Hij blijkt de gekrenkte man te zijn. Concetta heeft haar liefde voor hem opgezegd. (43) Haar haat baant zich een weg in het verzet en leidt ten slotte tot de zelfmoord in de Etna. (38) En daar komt de kracht van Hermann weer helemaal naar voren: de roodgloeiende vulkaan vormt de geografische achtergrond van de roodharige opstandelinge. De Etna rommelt (9,14,29,37 en 41) zoals de Sicilianen rommelen onder het regiem van de koning en de hertog. De wrede behandeling van de bevolking voedt de weerstand. En als je de onderdrukking niet kan afwerken is het beter te sterven door zelfmoord dan je over te geven in de handen van de man die jacht op je maakt – zeker als het je gekrenkte ex is.
Verder is natuurlijk geld ook weer de drijfveer (26) en heb je geen spannend verhaal is er geen mol tussen loopt. Vicolo is niet helemaal zuiver op de graat, maar een slecht hart zich er ook weer niet achter. Het is dan ook niet vreemd dat er toch een goede verstandhouding groeit met de jonge Aymar.
Naar aanleiding van: Hermann, Assunta (Schemerwoude 11). Brussel: Glénat, 1998. Oorspronkelijk in het Frans gepubliceerd in 1998. Scenario en tekeningen van Hermann.
Hermann, Helden & Koeien. Zeldegem, Saga uitgaven, 2014.
Johan Severs, Hermann Inside, Comic events (nummer 326 van 750 genummerde exemplaren), 1995, 44: “Aymar sterft zonder zijn kasteel terug te zien. De reeks van tien albums stopt bij Aymars dood. Aymar was de hoofdfiguur van de reeks, waarvan ieder album nog eens zijn eigen hoofdpersonage had. De naam van dat tweede personage deed dienst als titel van het album. Aymars zoon wordt geboren op de laatste bladzijde. Dit einde is niet zozeer bedoeld om ooit een vervolg te kunnen schrijven op De torens. Maar misschien laat Hermann de erfgenamen van Aymar ooit terugkeren, maar dan in een andere tijd, met een andere achtergrond.”