1 Ik vraag Uw zegen, Vader.
Leg Uw gebroken hand
zacht op mijn hoofd.
Ik nader U met schroom.
Ik vraag Uw zegen, Vader.
2 Waarom ik ben gekomen?
Ik heb een stem gehoord.
Genade, Heer,
vernomen uit Uw mond.
Daarom ben ik gekomen.
3 Ik ging U missen, node.
U hield mijn beker vast.
U brak voor mij:
Uw dode lijf, mijn brood.
Ik ging U missen, node.
4 Ik vraag Uw zegen, Vader.
Aanzie de tegenstand
van mijn geloof.
Ik nader U, geef hoop.
Ik vraag Uw zegen, Vader.