Johannes 2,4: “Wat wilt u van me?” zei Jezus. “Mijn tijd is nog niet gekomen.”
U bent de Heer van alle heren,
God boven ieder uit.
Mijn zoon, die op de pelgrimstocht
de dingen van zijn Vader zocht,
U bent mij ver vooruit.
U bent hier thuis bij alle mensen,
deelt onze levenslust.
Ik kwam tot U in mijn gebed,
maar werd hard op mijn plaats gezet,
mij van geen kwaad bewust.
Mijn hart is vol van zoveel zorgen,
ik heb het U gezegd.
Maar U hebt op Uw uur gewacht,
gedaan, meer dan ik had gedacht.
Mijn angst bleek onterecht.
Ik ben Uw moeder, alle dagen,
Uw leerling zal ik zijn.
Ik roep U aan bij elk tekort,
en weet, als het wat later wordt:
eens wordt het water wijn.
Ik kom U zoeken, deze ochtend,
vergeef mijn ongeduld:
mijn leven, door U uitgezocht,
mijn hart, dat zich aan U verknocht,
ik bid dat U het vult.
Ga terug naar het overzicht.