Nee is nee

Sissen, nafluiten, uitschelden van vrouwen, het is strafbaar in Amsterdam en Rotterdam. Wie daarop betrapt en gepakt wordt, kan een boete krijgen van maximaal 4100 euro of maximaal drie maanden cel. Heel goed. Eer is teer. Wie kwetsbaar is, mag bescherming verwachten.
Eer is heel teer in India. Vrouwen worden geregeld diep in hun eer aangetast. Het gebeurt dat zij dan vervolgens ook nog eens de schuld krijgen. Pink is een film die dat probleem krachtig aan de orde stelt. Ga ervoor zitten, de film is nu op Netflix te zien.

Als dit je eerste kennismaking met een Indiase film wordt, dan bof je. Ruim twee uur, dat is kort in het genre. Drie uur kan gerust, vinden zij daar. Kijk niet vreemd op als er een aantal liederen in op genomen zijn, liefst met een dansende crew. De acteurs spreken een mix van Hindi en Engels. Sommige Bollywood-acteurs bereiken een heldenstatus die minstens zo groot is als in de Hollywood filmindustrie (Bollywood, by the way, is een variatie op Hollywood, met de B van Bombay, de stad waar veel films worden geproduceerd).

Amitabh Bachchan is zo’n held. Hij speelde in meer dan 100 films. 73 jaar was hij tijdens de opnames van Pink (hij is geboren in 1942). Met zijn leeftijd en status draagt hij de film en draagt hij bij aan de verspreiding van de boodschap van de film: de eer van vrouwen is het waard om te beschermen. Drie jonge vrouwen worden aangerand en één van hen gemolesteerd. Als zij daarvan aangifte doen bij de politie, slaan de vier jonge mannen die zich aan hen vergrepen hebben, terug. De vrouwen worden aangeklaagd vanwege prostitutie en één van hen voor poging tot doodslag.

Het aardige van de film is dat de aanrandingsscene pas getoond wordt aan het slot van de film. Als kijker krijg je aan het begin de jongens te zien op weg naar het ziekenhuis. Eén van hen, Rajveer Singh, heeft een heftig bloedende hoofdwond. Parallel zie je Minal Arora en haar vriendinnen Falak en Andrea naar huis rijden, ontdaan en geschokt.
Amitabh Bachchan speelt een gerenommeerd advocaat in ruste, Deepak Sehgal. Hij en zijn vrouw tobben met hun gezondheid. Hij is de overbuurman van Minal en haar vriendinnen. Als hij verneemt hoe de kansen zich tegen de vrouwen keren, neemt hij hun verdediging op zich.
Vanaf dat moment wordt de film echt een rechtbankdrama: Prashanth Mehra verdedigt de mannen, Deepak Sehgal de vrouwen, en Satyajit Dutt is de rechter. De verhoren zijn goed gedaan: emotionele scenes. Maar ik was echt onder de indruk van het Deepak Sehgal’s slotpleidooi. De advocaat gaat staan. Even staart hij peinzend voor zich uit. Het is doodstil in de rechtszaal. Dan spreekt hij in alle rust deze tekst, elke zin krijgt nadruk:

“Nee.
Nee, edelachtbare.
‘Nee’ is geen woord, maar een complete zin.
Het behoeft geen verdere uitleg.
‘Nee’ betekent gewoon ‘nee’.
Mijn cliënten zeiden ‘nee’, edelachtbare.
Deze jongens moeten zich realiseren dat ‘nee’ ’nee’ betekent, of een meisje nu een bekende, vriendin, partner is… of een sekswerker of zelfs je eigen vrouw.
‘Nee’ betekent ‘nee’.
En als iemand dat zegt, dan stop je.”

“‘Nee’ is geen woord, maar een complete zin.” Quote om te onthouden. Sterk ook dat hij het toepast op alle vrouwen, of je hen nu eerbaar vindt of niet. Bekende, vriendin, partner, sekswerker of je eigen vrouw. Als iemand ‘nee’ zegt, stop je. Zo is het.

Pink loopt goed af: de mannen worden veroordeeld voor aanranding van de eerbaarheid van een vrouw. De vrouwen worden onschuldig verklaard. Ik las ergens dat een overwinning van de mannen het oorspronkelijke einde vormde. Maar de reactie van het proefpubliek was aanleiding tot de wijziging. Fraai is dan ook hoe de rechter de slotscene inzet. Hij opent zijn oordeel met deze zin:

“De rechtbank meent dat deze casus een begin betekent.”

Laten we het hopen.


Naar aanleiding van: Aniruddha Roy Chowdhury (regie), Pink, 2016 (nu te zien op Netflix). Klik hier voor de trailer.

Scenario geschreven door Shoojit Sircar, Ritesh Shah en Aniruddha Roy Chowdhury.
Met Amitabh Bachchan (als Deepak Sehgal), Taapsee Pannu (Minal Arora), Kirti Kulhari (Falak Ali), Andrea Tariang (Andrea Tariang), Angad Bedi (Rajveer Singh), Dhritiman Chatterjee (rechter Satyajit Dutt), Piyush Mishra (Prashant Mehra), Vijay Varma (Ankit Malhotra), Raashul Tanden (Dumpy a.k.a. Raunak Anand), Tushar Pandey (Vishwa a.k.a. Vishwajyoti Ghosh) en Mamta Shankar (als Sara, de vrouw van Sehgal).

Tip: blijf kijken naar de aftiteling om het gedicht te beluisteren dat Amitabh Bachchan/Deepak Sehgal voordraagt.

Klik hier voor het dossier over de film op Internet Movie DataBase.

Zelfkennis

Wie heeft het eigenlijk tegen wie in het lied One van U2?

Is it getting better or do you feel the same?
Will it make it easier on you now you got someone to blame?

Ik zie een stel voor me. Zij zijn verliefd geweest. Zij hebben elkaar bemind. Samen trokken zij op. Tot het misging. Ruzie baarde barsten en veel barsten creëerden een breuk. Zij hebben elkaar een tijd niet gezien. Maar je komt elkaar toch weer tegen. Misschien toevallig op een feest bij een vriend. Of toch bewust, om nog eens te praten? De een verlangt naar herstel. Maar de ander is beschadigd en vertrouwt het niet. Je kan wel zeggen dat je behoefte hebt aan liefde, maar dan moet het wel van twee kanten komen. Als jij de ander de schuld geeft, ben je dan ook bereid de schuld te ontvangen die de ander je geeft?

Have you come here for forgiveness? Have you come to raise the dead?
Have you come here to play Jesus to the lepers in your head?
Did I ask too much, more than a lot?
You gave me nothing, now it’s all I’ve got.
We’re one but we’re not the same
Yeah we hurt each other, then we do it again

Wat een goed couplet is dat. Zie je de ander werkelijk staan of ben je bezig met jezelf? Ben je hier gekomen om Jezus te spelen voor de melaatsen in je hoofd? Hoe ging Jezus met melaatsen om? Hij durfde hen aan te raken (Matteüs 8,2-3). Dat was bepaald ongewoon. Melaatsen moesten in kampen buiten de bebouwde kom leven. Als er iemand naderde, maakten zij met ratels hun aanwezigheid bekend. Zij waren de untouchables van die eeuw. Jezus raakte hen aan. Dat genas hen.

Wie last heeft van ‘melaatsen in zijn hoofd’, kan de ander gebruiken om zelf genezing te vinden. Je hebt het misschien niet eens door. Maar de ander voelt haarfijn dat je met jezelf bezig bent. Dat loopt ten slotte vast. De ander kan zichzelf niet zijn. En jij bent niet wie je zijn wil. Je doet elkaar pijn. Keer op keer. Wie dan grootse woorden over liefde blijft roepen, zit er helemaal naast:

You say love is a temple, love a higher law, love is a temple, love a higher law
You ask me to enter, then you make me crawl
I can’t be holding on to what you got when all you got is hurt

Als wij de verschillen erkennen, kunnen we een eenheid vormen, zegt het lied One. En dan elkaar leren verdragen. Maar de meest spannende gedachte is dat je daarvoor zelfkennis nodig hebt. Wat zit er precies achter je vanzelfsprekende reacties en je heilige waarheden?
Boven de tempel van Apollo in het oude Delphi stond te lezen: Gnothi seauton: ken uzelf. Daar waren de priesteressen en de waarzeggers aanwezig. Tegenwoordig wenden wij ons tot psychologen, coaches en therapeuten. Zij hebben ervoor doorgeleerd, anderen voelen het intuïtief aan, hoe dan ook, we hebben iemand nodig die je recht in je gezicht zegt: wat kom je doen? Ben je gekomen om Jezus te spelen voor de melaatsen in je eigen hoofd?
Zo iemand is als een broer of zus voor je:

One life with each other, my sister, my brother
One life but we’re not the same
We get to carry each other, carry each other
One love


Naar aanleiding van: U2 (Achtung Baby 1992), One.
Voor een heerlijke uitvoering van One, klik hier: Mary J. Blige in volle kracht!

Via Alfred

Hoe goed ken je je geliefde? Het hangt af van de tijd dat je elkaar kent. Het maakt verschil of je met iemand een jaar samenleeft, of dertig jaar. In jaar twee kan zich een verrassing voordoen,  maar kan dat ook nog in jaar eenendertig?

Ik heb er wat over zitten puzzelen toen ik Twee Vrouwen van Harry Mulisch uit had. Het gaat over Laura Tinhuizen en Sylvia Nithart. Laura was eerder getrouwd met Alfred Boeken. Het huwelijk liep stuk. Zij konden geen kinderen krijgen, Laura was onvruchtbaar. Alfred hertrouwde en kreeg twee kinderen. Als Laura met Sylvia een lesbische relatie begint is, bloeien de twee vrouwen op. Verliefde Sylvia wil Laura zelfs een kind geven:

“Zou je willen dat ik een kind van je kreeg? … “We zouden een kind kunnen adopteren, als je dat wilt” “Dat vroeg ik niet,” zei zij. “Ik vroeg of je een kind van me zou willen hebben.” “Ja, “ zei ik, “Natuurlijk, maar dat kan niet.” (65-66)

Toch wel, volgens Sylvia. Zij begint een affaire met Alfred. Zonder uitleg. Laura is radeloos. Zij voelt zich bedrogen, zij kan het niet geloven. Maar na een paar maanden keert Sylvia weer terug. Zij is intussen zwanger. Van Alfred.

“Van Alfred?” “Van jou,” ze kuste mij. “Via Alfred.” Ik nam haar gezicht in mijn handen. “Is dat vanaf het begin je bedoeling geweest, Sylvia?” “Natuurlijk,” zei zij op een toon van vanzelfsprekendheid: hoe ik ooit anders had kunnen denken. “Waarom heb je het mij niet gezegd?” “Alsof je het dan goed gevonden had.” (142)

Je hoeft niet heel lang met iemand om te gaan om dat te begrijpen. Het idee om iemand anders zo voor jouw doelen te gebruiken, is verwerpelijk. Maar Sylvia mist het gevoel voor verhoudingen. ‘Op een toon van vanzelfsprekendheid’, dat typeert haar. Onbegrijpelijk. Hoe kun je denken dat Alfred zal instemmen bij het feit dat Sylvia hem gewoon als spermadonor gebruikt – zonder verzoek of uitleg vooraf? Wie zo gepiepeld wordt, gaat door het lint. Alfred vermoordt Sylvia.

De puzzel begint waar Mulisch Laura laat denken dat Alfred het wel zal accepteren als hij erachter gekomen is. Kort nadat Sylvia bij haar terug is, belt Alfred. Hij zegt dat hij zich erbij heeft neergelegd. Mulisch laat ons dan met Laura meekijken:

“Ik was opgelucht, dat het zo gauw met Alfred in orde zou komen. Ik verdacht hem er van, dat hij blij was met deze wending; na een paar uur had hij zich al er bij neergelegd, dat was aan de vlugge kant. Vermoedelijk verlangde hij al terug naar zijn twee zoontjes en zijn vrouw, – vooral omdat hij nu toch bezig was aan zijn boek. Ik kende hem wel zo’n beetje…” (147)

Even hoop je als lezer dat ze gelijk krijgt. Maar als je het boek uit hebt, vraag je je af of zij werkelijk zo onnozel kan zijn. Wie legt een dergelijke krenking simpelweg naast zich neer? Bedenk bovendien dat Alfred zonder aarzeling Sylvia van Laura afnam (en zijn vrouw en kinderen voor haar verliet). Is zo’n man ineens het vleesgeworden Begrip zelve?  Als je met elkaar getrouwd bent geweest, denk je dan dat deze Supersize manipulatie met een enkel gesprek afgedaan is? Dit is niet een kwestie van je geliefde slecht kennen, dit is ontbrekende mensenkennis.


Naar aanleiding van: Harry Mulisch, Twee Vrouwen.12 Amsterdam: De Bezige Bij, 1988 (eerste druk: 1975).

Als wij de Here God

Als wij de Here God met diepst ontzag
bezingen, begint mijn arm te zwaaien
op het ritme van mijn overleden vader

alsof mijn geloof ervan afhangt.

En dat is ook zo, alleen zwaai ik
met links, is mijn arm veel smaller
en maak ik minder brede slagen,

maar ik ben dan wel weer net als hij
verdrietig bij de volkomen uitkomst
dat we er dan het zwijgen toe doen.

Liefde, verbeeld je liefde

Je kan in je verbeelding grenzen overschrijden. Als ik een spannende historische roman lees, ga ik de grenzen van mijn eigen werkelijkheid over. De schrijver neemt mij mee naar een tijd die ik niet uit ervaring ken. Toch geloof ik de verteller als het gaat over plaatsen, gewoonten en gebeurtenissen die hij beschrijft. Als ik mijzelf elke dag een uur kan onderdompelen in verbeelding, ga ik gestimuleerd mijn dagelijkse werkelijkheid weer in.

Maar wat nu als ik mij dingen voorstel die mij angst aanjagen? Wie niet van horrorfilms houdt, kan besluiten een film als The Blair Witch Project nooit  te bekijken (hier de trailer; let op, klikken hoeft niet!). Maar wat nu als jouw verbeelding ongewild steeds nieuwe gevaren produceert?

“Ik heb een hol gemaakt en het lijkt goed gelukt.” Zo begint Het Hol, een van de verhalen van Franz Kafka. Het is een lange beschrijving van de voortdurende gedachten van de holbewoner. Soms heb je de indruk dat het om een dier gaat (‘graafpoten’, 197). Maar wie zich een menselijke bewoner voorstelt, heeft ook gelijk (‘volwassen man’, 201). De eerste helft van het verhaal laat zien dat het iemand is die zich veiligheid probeert te verschaffen tegen indringers. Hij wil rustig kunnen slapen in een wereld vol rovers en achtervolgers. Hij heeft gangen gegraven, een plein opengehouden, voorraden aangelegd, etc.
Maar dan is daar… de verbeelding.

“Erger is het, wanneer ik mij zo nu en dan verbeeld, gewoonlijk als ik uit mijn slaap wordt opgeschrikt, dat de huidige inrichting absoluut fout is, grote gevaren met zich meebrengt en onmiddellijk, zo snel mogelijk en zonder rekening te houden met slaap en vermoeidheid, in orde moet worden gebracht.” (175)

Altijd kan de vraag gesteld worden of het genoeg is.
Het verhaal neemt echter een beslissende wending als de holbewoner op enig moment gesis hoort.

“Mijn slaap moet al heel licht geweest zijn, want een op zich zelf bijna onhoorbaar gesis maakt mij wakker.” (188).

‘…een op zich zelf bijna onhoorbaar gesis’! Geweldig! De bewoner weet het direct: gespuis is bezig een nieuwe gang te boren. Indringers naderen! Hij moet hij nu detecteren en plannen maken: aanvallen, verdedigen? Hij gaat zijn hele systeem door, overal hoort hij vroeg of laat het geluid. De rust is verdwenen. Hij moet steeds luisteren of het geluid er nog is.
Langzaam maar zeker gaat hij aan zichzelf twijfelen.

“Ik begrijp plotseling mijn vroeger plan niet. Ik kan in wat eerst zo verstandig leek, niet het geringste verstand terugvinden, weer laat ik het werk rusten en laat ik ook het luisteren na, ik wil nu een verder luider worden niet ontdekken, ik heb genoeg van de ontdekkingen, ik laat alles rusten.” (196).

Wie aan een Kafka-verhaal begint weet sowieso dat het weinig geruststellend is. Ook nu trekt de beklemming als herfstkou uit het verhaal omhoog. Hoort de bewoner niet gewoon z’n eigen ademhaling? Het meest griezelige van het verhaal is dat hij alleen maar met zichzelf in gesprek is. Want stel dat je inderdaad een naderende buurman hebt, zou hij wellicht een andere kant op willen werken? Waarom zou hij kwaad in de zin hebben? Verbeeld je eens dat je samen het hol kunt bewonen tegen echte vijanden! Zou dat geen rust geven (om en om slapen of waken)? Verbeelding bestrijd je met verbeelding, akelig denken met liefhebben. Stop de monoloog, begin een dialoog.
Liefde drijft de angst uit, heeft eens iemand gezegd.
Wie zich dat niet kan verbeelden, moet het gewoon in de praktijk proberen. Laat je verleiden.


Naar aanleiding van: Franz Kafka, ‘Het hol’ In: De Chinese Muur en andere verhalen.3 Amsterdam: Querido, 1972, 171-203 (Deze verhalen, vertaald door Nini Brunt, zijn gepubliceerd na de dood van de schrijver in 1924)