Liefde en spoken

Morgan ‘Duke’ Finch is de naam. Hij is 37 jaar en een gevreesde pistoolheld. Hij had eens een goede vriendin: Rose. We worden wat wijzer in het tweede deel van de stripserie Duke. In mijn vorige blog kon ik melden dat onze held eerlijk moest toegeven niet zoveel beter te zijn dan de gangsters die hij vangen wil. Wat brengt deel 2?

De liefde en spoken, maar vooral de liefde. Dat is de drijfveer die deze man gaande houdt. Duke was zijn geliefde Peg achterna gegaan om een rustig leven te leiden. Een bekend thema, ook in het western-genre. De revolverheld die er klaar mee is, maar toch weer terug in business komt. Nu komt Jim (namens Marshal Sharp) Duke om hulp vragen. Een groep overvallers moet worden opgespoord. Zij hebben de postkoets overvallen en alle reizigers dood achter gelaten. Maar achter de Marshal is vooral de M. Mullins, eigenaar van de mijnen, de aanjager. Hij heeft baat bij veilig transport, omdat ook zijn geld over de weg vervoerd moet worden.

Duke ziet de kans om een deal te sluiten met Mullins. Hij wil zijn reputatie inzetten om de veiligheid van het transport te waarborgen en daar kan hij goed geld mee verdienen. Maar dan ontmoet hij Eleonora, een meisje van twaalf dat op wonderlijke wijze de aanval op de postkoets heeft overleefd.  Het meisje wil wraak nemen. Duke waarschuwt haar:

“Wie moordt, overschrijdt een grens. Je komt terecht in een wereld vol geesten waaruit je nooit terugkeert. Ga die grens nooit over, nooit.”
Toch belooft hij direct dat hij haar vermoorde ouders zal wreken.
“Ik beloof het je plechtig.” (33).

Aan het einde van dit deel zijn de boeven inderdaad gedood. Door Eleonora. “Dat was de laatste. Jij hebt ‘m neergeschoten. Je hebt je gewroken. Maar of je daar nu blij om moet zijn…” (51). Duke is de man die in de geestwereld leeft en er niet uit kan. Het wordt voor hem nog erger. Eén van de groep bandieten blijkt een vrouw te zijn. Duke weet wie het is als hij bij een trappershut een oorbel vindt. Deze oorbel heeft hij jaren geleden cadeau gegeven aan zijn geliefde Rose. Later heeft hij haar op een bepaald moment achter gelaten zonder daarna ooit een teken van leven te geven.

“Ik ben vertrokken omdat ik geen andere keus had.
Ik was net zo op de dool als jij, Rose.
Ik was zeventien.” (42).

Het zal wel, maar Rose is diep gekrenkt. Nu Duke in haar macht is kan zij besluiten om hem om te brengen. Hoe dat afloopt, zal ik hier niet verklappen. Wel is aan het slot duidelijk hoe onze held gekweld verder moet: hij leeft inderdaad in een geestenwereld, aanduiding van gewetenswroeging waar je niet vanaf komt. We zien Duke zowel in deel 1 als in deel 2 in de kroeg onderuit gaan aan de drank. Je moet toch op bepaalde momenten de schurende stem van het geweten tot stilte brengen.

Deel 2 eindigt met een cliffhanger. Deel 3 is in de maak en verschijnt volgend voorjaar. Ik kan voorspellen dat het niet veel vrolijker zal worden in het leven van Duke. Hermann en Yves kennende zal de volgende episode meer kwelling meebrengen. Intussen voel ik me toch weer verwant aan Morgan ‘Duke’ Finch. Ervaringen uit het verleden kunnen blijven spoken in je hoofd, soms jaren later nog. Ik heb moeten leren ze als levensgezellen te aanvaarden. Verjagen helpt niet.


Naar aanleiding van: Hermann & Yves H., Duke 2: Eens een killer… Brussel: Le Lombard, 2018.

Naar Psalm 133

Wat is het goed dat wij samen optrekken, nietwaar?
Eensgezindheid is hartverwarmend als de liefde zelf.

Langzaam glijdt olie van top tot teen over het lijf
van Gods priester, kostelijke olie komt overal terecht.

Een nieuwe voorjaarsmorgen begint met dauw,
neergedaald van boven op alle bladeren en sprieten.

Goed leven zonder einde is zo’n zegen voor ons allen.
Bij God thuis zullen wij dat samen vinden, nietwaar?

Nieuw pelgrimslied

She comes back to tell me she’s gone
As if I didn’t know that
As if I didn’t know my own bed
As if I’d never noticed
The way she brushed her hair from her forehead
And she said losing love
Is like a window in your heart
Everybody sees you’re blown apart
Everybody sees the wind blow…

Paul Simon, Graceland.

Een leven, een wereld in een paar regels van een lied. Ze komt het je vertellen, maar jij weet het allang: zij is weg bij je. Alsof ik mijn eigen bed niet ken! Je voelt toch of en hoe een ander naast je ligt? En dan de manier waarop zij het haar van haar voorhoofd wegveegt. In één handbeweging kan alles zitten. Want je kent elkaar van haver tot gort.

I’m going to Graceland, zingt Paul Simon. Ik ga naar Genadeland. Als je het nu eens letterlijk vertaalt, dan komen we wat los van de eerste associatie: Graceland als het landgoed van Elvis Presley in Memphis. Daar verwijst hij eerst wel naar:

The Mississippi Delta was shining like a National guitar.
I am following the river down the highway through the cradle of the civil war.
I’m going to Graceland, Graceland in Memphis Tennessee,
I’m going to Graceland.

Later gaat het alleen over Graceland. Paul Simon wijst daar zelf op in de VPRO-documentaire Classic Albums (2011). Vandaar mijn voorstel: we lezen: Ik ga naar het land van Genade. Dat is nodig als je vrouw bij je weg is en iedereen door het raam het gat in je hart kan zien. Losing love
Verder trekken arme jongens en pelgrims met hun families met je mee. Een negenjarig jongetje, de zoon uit je eerste huwelijk. Geesten en lege hulzen zijn ook op weg naar dat land.
Er is een meisje in New York dat zichzelf een menselijke trampoline noemt. Als ik val, vlieg of duikel in verwarring, denk ik: dat is dus wat zij bedoelt.

Paul Simon heeft gelijk: we stuiteren Genadeland binnen. Met blutsen en littekens proberen we het doel voor ogen te houden: Volledige Vernieuwing. Complete Heling. Het leven rafelt en wie kan zeggen dat op het moment van sterven alles netjes is afgehecht?

But I’ve reason to believe we both will be received in Graceland.
Ik heb redenen om te geloven… Inderdaad, zo is het.

Ik heb de cd weer helemaal beluisterd tijdens de vakantie in Zuid-Afrika. De productie van Graceland is op zich al een verhaal over genade in een barre tijd (1986 apartheid!). Zoveel jaar later is de cd een klassieker geworden. Terecht, hij is balsem voor gehavende zielen. Stuiterend onderweg zingen we dit geweldige pelgrimslied.


Naar aanleiding van: Paul Simon, Graceland (cd), 1986.
Voor een heerlijke live vertolking van het nummer, klik hier. En kijk dan direct even verder naar de uitvoering van You Can Call Me Al. Wat een feest!
Klik hier voor de VPRO-documentaire.

Naar Psalm 132

Majesteit, weet U wel hoeveel het onze koning
heeft gekost om zijn gelofte aan U waar te maken?

Hij heeft zich geen rust gegund om U!
Uw woning hier beneden nam hem zo in beslag,
dat hij zijn bed niet zag, altijd onderweg omhoog,
kosten noch moeite werden gespaard.

Wij hebben Uw heiligdom gevonden: Uw hart,
bloedend blootgelegd, gewoon hier beneden,
wij knielen in aanbidding neer: Hulde, HEER.

Mogen wij mee met U, onderweg omhoog,
aan Uw hart verbonden, gehuld in Uw rechtvaardigheid,
blij omdat wij zo vertrouwd met U mogen omgaan?

Denk aan Uw eigen toezeggingen!
U wilde echt één van ons laten regeren,
op voorwaarde van trouw en gehoorzaamheid, zeker,
maar toch ook simpelweg vanwege Uw keuze,
Uw rustplaats, gewoon omdat U het wilt?

En waar U woont is toch overvloed?
Honger kun je je daar niet eens voorstellen,
mensen lopen erbij als Uw gewijde priesters,
je leest enkel blijdschap op hun gezichten.

Bent Uzelf niet hier beneden omhoog gekomen,
was U niet het Licht dat ontstoken werd?

Uw vijanden hebt U beschaamd gemaakt,
maar Uw Christus draagt de schitterende kroon.
 

Moderne christenen

Kristine is dienstbode bij dominee Gram in Nakskov, Denemarken. Het is de bedoeling dat zij wordt opgeleid in de plichten van een huisvrouw (we zijn in de jaren tachtig van de achttiende eeuw). Zij vermoedt dat de ware reden is dat zij de vrouw zal worden van een van dominees zonen. Daar heeft zij zo haar eigen gedachten over. “Mensen van tegenwoordig moeten zich toch zeker naar eigen goeddunken kunnen inrichten en niet afhankelijk van hun ouders zijn,” (25).

Haar broer, Morton Falck, heeft haar bezocht en onderweg terug naar Kopenhagen leest hij in Gullivers Reizen van Jonathan Swift (1667-1745). Hij mijmert over de woorden van zijn zus:

“Hij denkt aan Rousseau en aan het citaat over de vrijheid van de mens waarop Kristine zinspeelde. De mens is vrij geboren, en overal ligt hij in de boeien! Gulliver is ook geketend aan degene die hij is. Overal is hij dezelfde, hij beschikt niet over het vermogen zich aan te passen. Vandaar dat hij voortdurend problemen heeft met de inheemse bevolking op de verschillende lokaliteiten. Zo wil hij, Morton Falck, niet worden…” (26).

Daarmee is het thema gegeven van de mooie roman van de Deen Kim Leine: De Profeten in de Eeuwigheidsfjord. Het verhaal toon Falck als een Gulliver in Denemarken, Groenland en Noorwegen. De auteur neemt je vaardig en deskundig mee in een wereld die modern begon te worden. Hoe vreemd soms ook, je bent toch al in de moderniteit. Verschillende verhaallijnen lopen door elkaar heen, de structuur van het boek is ingenieus en het verhaal van de grote brand in de Deense hoofdstad (historisch, 1795) lees je ademloos weg. Na bijna 600 bladzijden is het uit en vind je het jammer dat je afscheid neemt van magister Falck.

In deel 1 ‘De zoon van de schoolmeester’ komt de uitspraak van Rousseau verschillende keren ter sprake (44, 52, 77, 92, 120-121; later ook nog op 318 en 496). Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) schreef zijn boek Du Contrat Social (1762). Daarin komt deze zin voor: “L’homme est né libre, et partout il est dans les fers.”: de mens wordt vrij geboren, en overal is hij in de boeien. De filosoof geldt als de man van de Romantiek en haar voorliefde voor de zelfexpressie: laat wat je wil voortkomen uit je eigen persoonlijkheid. Het kompas voor het goede leven wordt niet gevonden bij ouders, onderwijzers, dominees of God: het gaat om je innerlijk en wat jij er zelf van vindt. Vandaar die treffende opmerking van Kristine: mensen van tegenwoordig moeten zich toch zeker naar eigen goeddunken kunnen inrichten!?

Het is zover gekomen, realiseer ik me. Waar het gaat om relatievorming zijn ook christenen modern geworden. Mijn vrouw en ik hebben geen van onze kinderen uitgehuwelijkt. Onze ouderrol was secundair, hoewel niet helemaal nul: het is wel prettig als wij de aankomende partners waarderen. Met een goed christelijk geweten laten wij het initiatief bij de jongvolwassenen zelf.

Deze praktijk heeft wel een aantal nieuwe spanningen opgeleverd. Via trial and error bepalen jongeren zelf wat onderling respect is, hoe intiem je wordt, hoeveel je van je waarden en normen op elkaar afstemt en hoe geloven in God daarbij vorm krijgt. De sociale controle is in de stadsomgeving waarin ik leef buitengewoon klein. De kerkgemeenschap heeft haar landelijke en regionale cohesie grotendeels verloren. Als er al een christelijk circuit is waarin partners gevonden worden of een bepaalde christelijke levensstijl wordt voorgeleefd, dan is dat een onoverzichtelijk netwerk van kerken en gemeenschappen geworden.

Met andere woorden: de moderne tijd vraagt om veel zelfdiscipline van onze Kristines, vanaf een jonge leeftijd al. Dat is voor ouderen even slikken soms: loslaten is het sleutelwoord; en vertrouwen op God.
Want we zijn nu eenmaal moderne christenen.


Naar aanleiding van: Kim Leine, De Profeten in de Eeuwigheidsford. Utrecht: Arbeiderspers, 2012 (Nederlandse vertaling van Profeterne i Evighedsfjorden). Ook uitgegeven in de reeks Europese Literatuur van dagblad Trouw in 2013. Hierboven verwijs ik naar de paginering van deze Trouw-editie.